Stedenatlas De Wit

Stedenatlas De Wit is het Google Earth van de 17e eeuw. Je kunt er bijna ieder huis, iedere boom en iedere achtertuin van de steden uit de Lage Landen op vinden. Zoek bijvoorbeeld je geboortehuis op in het oude centrum van Leiden of kijk hoe de was ligt te bleken op de velden buiten Den Haag.

Stedenatlas De Wit: een enorm zware atlas

De burcht in Leiden

De Atlas de Wit is een stedenatlas met plattegronden en prenten van belangrijke monumenten uit Nederlandse steden. Zulke atlassen zijn in de 17e eeuw populair onder rijke burgers en edelen. Ze zijn niet bedoeld om mee te nemen tijdens een stadswandeling, want ze zijn enorm groot en zwaar. De Wits stedenatlas weegt maar liefst 7 kilo.

De kaarten zijn heel gedetailleerd. Daardoor zijn ze heel geschikt voor leunstoeltoerisme: reizen vanuit je luie stoel. Op de kaart van Haarlem, bijvoorbeeld, is het oude centrum heel goed te zien. Wie daar woont, kan zonder moeite zijn eigen huis terugvinden en de route naar de Sint-Bavo uitstippelen.

  • Haarlem. De plattegrond is zo gedetailleerd dat je er bijna in kunt rondlopen.

Amsterdam: centrum van cartografie

In de 16e eeuw is Antwerpen het centrum van de cartografie: de kunst van het maken van landkaarten. Maar als de Spanjaarden tijdens de Nederlandse Opstand in 1585 Antwerpen veroveren, verhuizen veel kaartenmakers naar het noorden. Amsterdam wordt het nieuwe centrum van de cartografie. Er zijn beroemde kaartenmakers aan het werk, zoals Willem Jansz. Blaeu met zijn zoon Joan en Johannes Janssonius. Ze maken de mooiste atlassen. Allemaal willen ze een boek maken over alle steden in Europa. Blaeu is als eerste klaar met zijn uitgave, in 1649. Janssonius volgt 8 jaar later. 

Eind 17e eeuw verschijnt hun jongere collega Frederick de Wit op het toneel. De Wit koopt een paar originele koperplaten van zijn collega’s op en gaat ermee aan de slag. Rond 1698 verschijnt De Wits Stedenatlas. Daarop is te zien dat de Wit de nodige aanpassingen heeft gedaan, zoals nieuwe bebouwingen en meer verklaringen. Hij heeft ook zijn eigen naam erop gezet.

Hoe kaarten in de 17e eeuw worden gemaakt

Om metingen te doen voor nieuwe kaarten, loopt de landmeter door de straten van de stad. Hij meet de lengte van de rechte stukken door het aantal stappen te tellen, of hij gebruikt een meetketting. Bij bochten, zijstraten en kruisingen meet hij de richting op met een kompas. Of hij meet de hoeken tussen de straten met de Hollandse cirkel, een hoekmeetinstrument. Zo ontstaat een netwerk van lijnen: het skelet van de plattegrond. Daarin worden de huizen, grachten, bomen en soms ook mensen getekend.

Het resultaat lijkt niet op de kaarten die wij nu gebruiken. De bebouwing op deze oude kaarten is getekend op een 3D-achtige, scheve manier. Je ziet het stratenpatroon van boven, net als bij moderne stadsplattegronden, maar gebouwen en andere objecten van opzij.

  • Detail uit de kaart van Medemblik. Links een landmeter met een Hollandse cirkel, die wordt gebruikt om de hoeken tussen de straten te mete. Rechts een landmeter met zijn meetlint. 

  • Vlissingen. De stad zie je van boven, maar huizen, schepen en bomen van opzij.

Hoe kaarten in de 17e eeuw worden gedrukt

De kaarten worden door de tekenaar uitgetekend. Daarna worden ze door een graveur in spiegelbeeld in een koperplaat gegraveerd (gesneden) of geëtst. Bij die laatste techniek worden de lijnen met zuur uitgebeten.

Het afdrukken van een gegraveerde kaart is veel werk. Alleen de lijnen moeten afgedrukt worden. Daarom wordt de hele plaat eerst met inkt ingesmeerd. Daarna wordt het oppervlak schoongemaakt, zodat er alleen inkt achterblijft in de groeven. Tot slot wordt de plaat afgedrukt op lichtvochtig papier.

In die tijd kan maar in één kleur tegelijk gedrukt worden. Wie de kaarten in kleur wil hebben, kan ze met de hand laten inkleuren door zogenoemde ‘afsetters’. Het KB-exemplaar is met de hand ingekleurd, maar de meeste bekende exemplaren zijn in zwart-wit.

De Atlas De Wit in de KB

De Atlas De Wit is in 2010 verworven met de steun van de Mondriaan Stichting, het VSBfonds en de Vrienden van de Koninklijke Bibliotheek. De Atlas de Wit is 55 bij 38 centimeter groot en weegt meer dan 7 kilo. Dit exemplaar bevat 126 bladen: 108 bladen met plattegronden en 18 bladen met prenten. In totaal zijn 127 steden uit de Lage Landen afgebeeld.

Herdruk van Stedenatlas De Wit

Uitgeverij Lannoo en de KB hebben in 2012 samen een facsimile (volledige herdruk) van de Atlas De Wit gemaakt, met een inleiding door de toenmalige conservator oude drukken Marieke van Delft en cartograaf Peter van der Krogt. Het boek is uitverkocht, maar soms wel tweedehands te verkrijgen.

Hoe kun je Stedenatlas De Wit zelf inzien?

Het originele boek is voor onderzoekers in te zien in de KB. De titel is Theatrum ichnographicum omnium urbium et præcipuorum oppidorum Belgicarum XVII Provinciarum peraccurate delineatarum. = Perfecte aftekeningen der steden van de XVII Nederlandsche Provincien in platte gronden. = Le theatre des plans de toutes les villes qui sont situéez dans les XVII Provinces du Pays Bas parfaictement déseignéez. t'Amsterdam, : by Frederik de Wit, [na 1698]. Het heeft 126 bladen. Het is in de catalogus te vinden onder aanvraagnummer KB KW 1046 B 16. Zie ook de beschrijving in de KB-catalogus.

Ook is het boek als digitaal topstuk door te bladeren op de website. Op Wikimedia Commons kun je de platen apart downloaden en hergebruiken. Handig als je op zoek bent naar een mooie kaart van een bepaalde stad.

Meer lezen over de Stedenatlas De Wit

Boeken

Artikelen

  • Nijhoff, N. 'Het stedenboek van F. de Wit'. Het boek 23 (1935/36), p. 353-366.

Meer weten?

Esther van Gelder
Conservator oude drukken