Die variaties van Wolfgang waren niet het enige werk van de Mozarts dat tijdens hun verblijf in druk verscheen. Ook van vader Leopold kwam een boek uit. Zijn Grondig onderwys in het behandelen der viool, of de Vioolschool, zoals het boek in de volksmond heet, werd in 1766 gedrukt in Haarlem bij Joannes Enschedé.

Leopold Mozart, Grondig onderwys in het behandelen der viool. Frontispice. Aanvraagnummer: 142 C 17
Het boek was een Nederlandse bewerking van Mozarts Versuch einer gründlichen Violinschule, dat in 1756 bij Johann Jacob Lotter in Augsburg verschenen was (zie voor een digitale versie Google Books). Bijzonder aan de Nederlandse uitgave is dat de muziek niet is gegraveerd (zoals de al genoemde variaties, zie het vorige blog), maar gedrukt is op een boekdrukpers.
Muziekdruk
Zoals u weet, werden gravures in de achttiende eeuw gedrukt op een etspers en boeken op een drukpers - voor een uitleg van de verschillende procédés zie dit blog. Combineren in één drukgang is niet mogelijk, en als je gravures in je tekst wilt moet je die in een aparte drukgang en op een andere pers toevoegen. Dat kost tijd. Handiger is het om alles in één keer te drukken. Daarom is het stuk van Graaf met de variaties van Wolfgang Amadeus Mozart in zijn geheel gegraveerd, dus inclusief de tekst van het lied. Maar voor de Vioolschool koos Enschedé voor een andere manier: een methode die was bedacht door Joan Michael Fleischman (1701-1768), een wereldberoemde lettersnijder die in de jaren '60 van de achttiende eeuw voor Enschedé werkte.
Muziek drukken met losse elementen kon al sinds de zestiende eeuw. De notenbalk met noten werd in kleine stukjes opgedeeld, die - net als tekstregels - achter elkaar gezet en afgedrukt werden. Dat werkte goed voor liedboekjes waarin alleen de melodie genoteerd werd, maar als je akkoorden (meerdere noten die tegelijk gespeeld worden) wilde drukken, had je een probleem. Je kon natuurlijk je toevlucht nemen tot kopergravures, maar zoals zojuist betoogd kon je die niet combineren met gedrukte tekst. Vandaar dat er halverwege de achttiende eeuw methoden bedacht werden om complexe muziek te kunnen drukken, onder andere door de Belg Rosart, de Fransman Fournier en de Duitser Breitkopf. Die methoden werkten allemaal met heel kleine elementen en hadden met elkaar gemeen dat ze het toch al niet eenvoudige werk van de zetter nog eens extra compliceerden. Bij de (voor zover bekend nooit commercieel gebruikte) methode van Rosart moest je ook nog eens eerst de noten drukken en dan de balk eroverheen - en dan had je alsnog twee drukgangen.
Op eene Boekdrukkers-Pers gedrukt
Ook de methode van Fleischman, een verbeterde versie van die van Breitkopf, was complex, maar gold als de beste. Enschedé adverteerde al in februari 1765 voor de Vioolschool, en schreef toen al 'Dit Werk word met Muziek-Caracteren op eene Boekdrukkers-Pers gedrukt, en zal derhalven tot eene modique Prys te bekomen zyn'. Het was een stuk goedkoper om de muziek te zetten dan om haar te graveren. Overigens had Enschedé het muziekfont van Fleischman al eerder toegepast, in de Haerlemse zangen uit 1761 (zie ook hiernaast). De Vioolschool was de tweede en laatste publicatie waarin het gebruikt werd. Over de vraag waarom hij de volmaakte manier om muziek te drukken niet meer gebruikte, hebben boekhistorici zich het hoofd gebroken; vermoedelijk was de methode te arbeidsintensief. In de vroege negentiende eeuw werden elementen van Fleischmans muziekfont nog gerecycled om onreproduceerbare randen te drukken op het eerste Nederlandse papiergeld.
Buitengewoon fraai
Hoe het ook zij: Leopold Mozart was verguld met de Nederlandse uitgave van zijn boek. In een brief aan Johann Lorenz Hagenauer van 16 mei 1766 schreef hij: 'de uitgave is buitengewoon fraai, en nog mooier dan mijn eigen' (die van 1756). Het was in de achttiende eeuw niet ongebruikelijk om bijzondere uitgaven op te dragen aan een hooggeplaatst persoon, en gezien de omstandigheden kon het niet anders dan dat de Vioolschool werd opgedragen aan de Stadhouder. Voor de gelegenheid werd een exemplaar gebonden in een luxe band. Helaas weten we niet welke (Haarlemse?) binderij daarvoor verantwoordelijk was, maar het aan Willem V geschonken exemplaar bevindt zich nu, net als de rest van zijn boeken, in de KB.