29 november 2018 - Op 22 november 2018 besteedde de KB aandacht aan het herdenkingsjaar van het begin van de 80-jarige oorlog (1568-1648) met het middagsymposium 'Berichten over 80 jaar oorlog: De Nederlandse Opstand tussen feit en fictie'. De belangstelling hiervoor was zo enorm, dat de aula niet groot genoeg was, vertelde Anouk Janssen, teamleider Collectiekennis van de KB, die de middag inleidde. Daarom was een live videoverbinding met een tweede zaal tot stand gebracht, wat de aanwezigen daar overigens prima beviel.

De sprekers van de middag namen het publiek mee in de papieren werkelijkheden van verschillende vroegmoderne media tijdens de 80-jarige oorlog, zoals nieuwsprenten, nieuwsbrieven en romans. De centrale vraag was welk beeld hierin werd gecreëerd en waarom. Hoe werden lezers beïnvloed en gemanipuleerd? Wat was feit en wat fictie, wat nieuws en wat nepnieuws? En tot slot: hoe hebben 16e-eeuwse bronnen ons beeld van die periode beïnvloed? Hieronder volgt een beknopt verslag.
Marieke van Delft: Delftse boekjes
Marieke van Delft, conservator Oude Drukken van de KB, beet het spits af met een lezing over een bijzondere vondst in 1989 van 16e-eeuwse boeken, die verborgen waren in een Delfts grachtenhuis.

De vondst was op zichzelf al een vraag van feit of fictie. Maar na gedegen onderzoek is Van Delft er vrijwel zeker van dat het gaat om in die tijd verboden boeken die waren verstopt. Vijf van de zes banden waren niet in de KB, zelfs niet elders in Nederland, en zijn inmiddels opgenomen in de KB-collectie. Het gaat om acht edities, waarvan twee geheel onbekend waren en twee slechts bekend uit de literatuur. Marieke benadrukt dat dit ons leert dat we ons bij al ons onderzoek moeten realiseren dat we ons baseren op bronnen die overgeleverd zijn. Die moeten zorgvuldig geïnterpreteerd worden. Maar er is ook heel veel verloren gegaan. Dat is een feit dat ook kan leiden tot fictie als we dat niet genoeg in de gaten houden.
Jeroen Vandommele: Clachte der Nederlanden
Een recentere vondst was het onderwerp van de lezing van Jeroen Vandommele, conservator Namiddeleeuwse handschriften: het rederijkersrefrein Clachte der Nederlanden.

Hij ontdekte dit in een handschrift met een bonte verzameling van 102 gekopieerde teksten, betrekking hebbend op de 80-jarige oorlog, variërend van pamflet tot lied tot ordonnantie (KA 116).Het refrein wil middels een personificatie van de Nederlanden duidelijk maken dat de oorzaken van de Nederlandse Opstand helemaal niet zo helder zijn als wordt beweerd. Dat speelde dus ook toen al. Niet religie of rebellie zijn de oorzaken van het conflict, maar de alles overheersende hebzucht was volgens de auteur de ware reden voor de opstand: ‘Maer om mijnen rijckdom is alleene tgeschille’, of zoals Vandommele de boodschap krachtig samenvatte: 'It’s the economy, stupid.'
Christi Klinkert: Nieuwsprenten rond 1600: krant, kaart en kunst
Het publiek werd vervolgens getrakteerd op een kijkwijzer voor de nieuwsprenten van Frans Hogenberg, aan de hand van militaire nieuwsprenten over twee belegeringen van Prins Maurits: die van Steenwijk en Groningen.

Christi Klinkert, conservator van het Stedelijk Museum Alkmaar, liet zien dat de prenten geen momentopnames zijn, maar verhalende kaarten waarin verschillende gebeurtenissen zijn vastgelegd, waarbij het ene detail betrouwbaarder is dan het andere. Er is geen eenheid van plaats en gebeurtenis en dus een redelijk los verband tussen actie en locatie. Je moet je ervan bewust zijn dat het verhalende kaarten zijn, niet gemaakt door journalisten, maar door kunstenaars. Het zijn geen foto’s van de 16e- en 17e-eeuwse werkelijkheid, maar verbeeldingen van verhalen die in de 16e en de 17e eeuw de ronde deden over recente gebeurtenissen. Picturale constructies dus van die gebeurtenissen, vervaardigd in een werkplaats ver van het strijdtoneel.
Nina Lamal: Internationale berichtgeving en beeldvorming over de Opstand in de Nederlanden

Over een genre dat veronachtzaamd is door historici, ging de lezing van Ninal Lamal, FWO postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen: handgeschreven nieuwsbrieven die via vaste postroutes snel door heel Europa reisden om mensen in andere landen van actueel en betrouwbaar nieuws te voorzien, ook over het conflict in de Nederlanden. De mate van betrouwbaarheid van het nieuws werd steeds aangegeven met bewoordingen als ‘via via’, ‘gerucht’ of ‘nog niet bevestigd’. Hoewel de berichtgeving droog en feitelijk lijkt, was deze niet neutraal. Aansluitend bij het referentiekader van de lezers werden bijvoorbeeld door vergelijkingen bepaalde stereotypen van Spanjaarden bevestigd.
Sabine Waasdorp: Spaanse literatuur als bron voor anti-Spaanse propaganda
Twee 16e-eeuwse Spaanse romans en hun vertalingen in het Nederlands stonden centraal in de lezing van Sabine Waasdorp, promovenda Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam.

De vertalingen blijken gekleurde tekstbewerkingen te zijn, waarin het framework van de zwarte legende werd gebruikt om de Spanjaarden als laf en wreed neer te zetten. Terwijl in Reloj de Príncipes (1529) Karel V, Filips II en Alva werden vergeleken met Marcus Aurelius, was deze Romeinse keizer in de Nederlandse vertaling juist het voorbeeld voor Willem van Oranje. In de Nederlandse vertaling van de schelmenroman La vida de Lazarillo de Tormes (1554) is het oorspronkelijke satirische element verdwenen en wordt elke Spanjaard op stereotype wijze neergezet als arrogant, wreed en boosaardig. Fake dus, zo besluit Waasdorp.
Judith Pollmann: Van nepnieuws tot geschiedenis. Hoe prenten ons beeld van de 80-jarige oorlog hebben bepaald
In haar keynote nam Judith Pollmann, hoogleraar vroegmoderne Nederlandse Geschiedenis aan de Universiteit Leiden, het publiek mee in de vorming van ons collectieve geheugen over de Opstand.

'Het komt allemaal door Frans Hogenberg', aldus Pollmann. Hij maakte een serie greatest hits met beeldverhalen over de beginjaren van de 80-jarige oorlog, waarvan een deel ook in ons geheugen gegrift staan, als een canon van de Opstand. Denk aan de moord op Willem van Oranje of de Beeldenstorm. Omdat Hogenberg het format van de nieuwsprent gebruikte voor deze geschiedenisprenten wekken ze de indruk van breaking news, terwijl ze in feite oud nieuws vertellen. Het zijn pseudo-actuele snapshots, waarin hij veel wegliet en bovendien de kant van de opstandelingen koos. Hogenbergs beeldverhalen bieden kortom een selectieve historische terugblik. Later werden de gruwelijke details uit de prenten uitvergroot in nieuwe prenten die door tegenstanders van vrede werden uitgebracht. Het zijn inzoomverhalen inclusief helden en heldinnen met een hoog dramagehalte om mensen door gruwelen eraan te herinneren dat de oorlog niet voor niets was begonnen en vrede daarom geen optie was.

Begin 18e eeuw komen daar in prenten ook nog special effects bij om de wreedheid van de Spanjaarden te illustreren. In de recente NTR-serie over de 80-jarige oorlog, waarvoor Pollmann adviseur was, hebben ze geprobeerd om dergelijke vastgeroeste beelden te vervangen door genuanceerder beelden, of vensters op de periode. De historische wetenschap heeft immers niet stil gezeten. De 80-jarige oorlog is een stuk complexer en veelomvattender dan een verhaal over goede Nederlanders en slechte Spanjaarden.
Tot slot
Na afloop dromden alle deelnemers aan dit inspirerende symposium al tevreden richting de borrel waar de discussies over feit of fictie met de sprekers en onderling nog geruime tijd werden voortgezet. En veel bezoekers vertelden reikhalzend uit te kijken naar de volgende historische studiemiddag in de KB.
Presentaties
Alle presentaties zijn terug te zien via het YouTubekanaal van de KB