Wanneer ik thuis een zilvervisje ontdek – vaak in een kom in de keukenkast, of tussen de dozen met etenswaren, of in de badkamer – gooi ik hem rustig en gedecideerd in de vuilnisbak. Niets aan de hand verder. Wanneer er in de KB zilvervisjes of papiervisjes ontdekt worden, gaan alle alarmbellen af. Waar zitten ze? Zijn er nog meer? Als dat zo is, vliegen de zorgelijke mails tussen de afdelingen heen en weer. Leveringen van karton worden acuut gestopt, magazijnen worden ontsmet. Hoe kan zo’n klein diertje ons zoveel stress en toestanden bezorgen?
Bestrijdingsregime
Dat papiervisjes er zijn, is een gegeven. Daarom heeft de KB een regime om de franjestaarten buiten de deur te houden, te monitoren en te bestrijden. Allereerst controleren we karton, verpakkingsmateriaal en alle oude boeken die de KB binnenkomen op aanwezigheid van de visjes. Soms schieten de papiervisjes namelijk alle kanten op wanneer een pakket opengemaakt wordt.
We gebruiken in de KB daarnaast ook liever geen golfkarton, omdat ze daarin makkelijk schuilen en eitjes leggen. Ontdekken we toch een boek met papiervisjes, dan wordt het schoon gezogen en drie weken in de vriezer gedaan om visjes en eitjes te doden. Grotere collecties worden bij een extern bedrijf ingevroren.
Verder plaatsen we valletjes om te monitoren of er papiervisjes zijn. (Het schijnt dat voor iedere franjestaart die je ziet of vangt er 100 buiten je zicht zijn. Net als bij muizen.)