Elizabeth Wolff (1738-1804) en Agatha Deken (1741-1804) deelden zevenentwintig jaar lang huis, leven én schrijversbestaan. Voor ze elkaar ontmoetten schreven ze beiden dichtbundels. Maar nadat ze samen gingen werken kwamen ze tot nieuwe vormen van literatuur – romans in brieven – waarmee ze zo beroemd werden dat we nu hun namen nog kennen. In hun romans kwamen allerlei dingen aan bod zoals de positie van de vrouw, de maatschappelijke ontwikkelingen van hun tijd en ideeën over godsdienst. In deze podcast vertelt Marieke van Delft, conservator oude drukken van de KB, over hun avontuurlijke leven en vriendschap.