Op deze pagina vindt u een algemene inleiding bij de Kattendijkekroniek. Wilt u direct naar het gedigitaliseerde boek met de tekst uitgeschreven per pagina (transcriptie)? Klik dan op de link in dit plaatje:
Hollandse kroniek van een onbekende samensteller
Maar liefst 1.122 bladzijden dik is deze ‘Historie of die cronicke van Hollant, van Zeelant ende van Vrieslant ende van den Stichte van Uutrecht ende van veel landen die men hierna nomen sal’. De anonieme samensteller van dit handschrift heeft er duidelijk de tijd voor uitgetrokken om de belangrijkste hem (of haar) bekende bronnen over de geschiedenis van vooral Holland en Utrecht bij elkaar te zoeken en de feiten uit al die bronnen bij elkaar te brengen in één handschrift. Hij voegt er weinig eigen tekst aan toe en daarom spreken we liever van een ‘samensteller’ dan van een auteur.

De geschiedenis van Gijsbrecht van Brederode (ca. 1416-1475), kortstondig bisschop van Utrecht. Pagina met wapens uit de familie Brederode. Fol. 525v-526r.
Wie die samensteller was, weten wij niet. Zijn naam staat nergens vermeld. Onderzoekers die de taal en inhoud van het handschrift hebben onderzocht, houden het op een Hollander die mogelijk in de buurt van Haarlem woonde. Hij lijkt goede relaties te hebben met de beroemde familie Van Brederode, want die krijgt veel aandacht in het handschrift (zie afbeelding hierboven). Het zou gemaakt kunnen zijn voor Yolande van Lalaing (1422-1497), de weduwe van Reinoud van Brederode (†1473). Zij gaf Jan Gerbrandsz. van Leiden opdracht om een geschiedenis te schrijven van de familie Brederode, de Brederodekroniek. Dit handschrift zou daarop een aanvulling kunnen zijn.
De samensteller was geen echte geleerde, zo blijkt uit zijn tekst, meer een belezen amateur met een grote passie voor geschiedenis en heraldiek, en de wens om die te noteren omdat ‘veel menschen … die begheren te lesen …’. Daarmee lijkt hij te mikken op een breed publiek.
De geschiedenis van de Hollandse graven begint in Troje
Dat de samensteller zijn geschiedenis van Holland in Troje begint, doet ons misschien vreemd aan. We kunnen dat alleen begrijpen als we ons realiseren dat rond 1500 de feitenkennis van de geschiedenis zeer beperkt was. Men kon bijvoorbeeld nog niet bepalen of een bouwwerk in de Romeinse tijd gebouwd was of in de middeleeuwen. Er waren wel handschriften en boeken, maar ook die waren gebaseerd op beperkte feitenkennis. Bovendien waren ze lang niet overal beschikbaar.

Troje, ingeplakte en ingekleurde houtsnede, fol. 23v: 'Hier begint de derde destructie van Troje.'
Dat gebrek aan kennis leidde tot veel gissingen en vaak zelfs bewuste vervalsingen in de literatuur. (Adellijke) families die macht wilden hebben of houden, moesten kunnen bewijzen dat ze van nobele afkomst waren. Hun kroniekschrijvers en herauten gingen erg ver in hun pogingen de opdrachtgevers te geven wat zij wilden.
Zo kwam in de tweede helft van de vijftiende eeuw de mythe in zwang dat een zoon van de Trojaanse held Hector, Francion, naar Frankrijk was gereisd en daar Aquitanië had gesticht. De Hollandse graven stamden af van die bloedlijn. Omdat een andere Trojaan, Aeneas, volgens de overlevering Rome had gesticht, claimden de Hollandse graven hiermee een even belangrijke oorsprong als de Romeinse keizers.

Belegering van Troje, fol. 55v. Opmerkelijk is dat de samensteller boven Troje de vlag van de Hollandse graven laat wapperen.
Na 1500 lanceerde Erasmus een andere ontstaansgeschiedenis: de Hollanders zouden afstammen van de Bataven die minstens zo roemrijk waren geweest als de Romeinen.
Hollandse graven en Utrechtse bisschoppen
De samensteller van de Kattendijkekroniek volgt de mythe die de graven van Holland direct laat afstammen van de Trojanen. Zij zijn ‘uut den bloede van Troyen ghesproten’. Dat geldt niet voor het volk van Holland. Daarover vermeldt de kroniek dat een Trojaanse afstammeling, ene Brutus, naar Engeland vlucht en de daar woonachtige reuzen verdrijft. De reuzen, Slaven genoemd, vluchten weer naar de overkant van de Noordzee, waar ze bij Vlaardingen een kasteel bouwen, de Slavenburg, ‘het eerste begrip van Hollant’. De kroniek noemt ook hier woonachtige Friezen en Wilten.

Het grootste deel van het handschrift is vervolgens gewijd aan de lotgevallen van de graven van Holland en de bisschoppen van Utrecht, te beginnen bij Willibrord en wat de graven betreft bij Dirk I. Eind negende eeuw krijgt Dirk I Holland en een deel van Friesland toebedeeld door Karel de Kale, uit het geslacht van Karel de Grote. Hij doet dat op verzoek van niemand anders dan paus Johannes VIII, zo meldt de kroniek om het belang nog maar even te onderstrepen.
Verreweg de meeste pagina’s zijn gewijd aan de laatste twee honderd jaar van de kroniek, tot Maria van Bourgondië, 1482. In die tijd speelt de bekende strijd tussen de Hoeken en de Kabeljauwen, adellijke fracties die verschillende kandidaten ondersteunen voor hoge functies, zoals die van bisschop van Utrecht. Onze samensteller kiest duidelijk partij voor de Hoeken, de partij waartoe ook de familie Brederode behoort.
De illustraties: wapens en ridders
De illustraties in het handschrift voegen een heel eigen ridderlijke dimensie toe aan het verhaal, in de eerste plaats door de wapens van vrijwel alle hoofdpersonen. Vele van de oudste wapens zijn fictief, want de heraldiek kwam pas halverwege de twaalfde eeuw in zwang.
De wapens en banieren zijn in het handschrift geschilderd, vermoedelijk door iemand anders dan de samensteller van de teksten, maar wel in zijn opdracht en naar zijn ideeën.
Een andere categorie illustraties wordt gevormd door stadsgezichten, strijdscènes, landsheren te paard, banierhouders en bisschoppen. Dat zijn houtsneden die de samensteller uit andere bronnen heeft geknipt en heeft ingeplakt. Daarna zijn ze met de hand ingekleurd en soms aangepast.
Originele houtsnede in Ludolfus van Saksen, Dat boeck vanden leven ons lief heeren Ihesu Christi, Antwerpen, 1487. Zie Karin Tilmans.
Die houtsneden komen uit gedrukte bronnen, een teken dat we hier in de overgangstijd zitten tussen handgeschreven en gedrukte bronnen. Vaak zijn het collages van elementen uit verschillende houtsneden. Helaas zijn in de loop van de jaren vele van deze illustraties verloren gegaan – op de lege bladzijden die ze achterlaten zijn soms nog sporen van gedrukte teksten te zien uit de originele uitgave.
Lotgevallen van het handschrift: Johan Huyssen van Kattendijke
Van een verspreiding onder ‘veel menschen’, zoals de samensteller beoogde, is weinig terechtgekomen. Misschien was het handschrift bedoeld als kopij voor een te drukken boek. Dat zou het knip- en plakwerk verklaren. Maar van een gedrukt boek is het nooit gekomen. Ook zijn elders geen verwijzingen naar het handschrift gevonden. De vroegste eigenaar van het handschrift die we kennen is mr. Pieter Hanneman (1544-1593). Hij zet zijn naam op de openingspagina en maakt her en der in het handschrift notities, zoals eigenaren van handschriften gewoon waren te doen, vooral over zijn familie.
door Daniël van den Queecborne, particuliere verzameling
In 1614 komt het handschrift in bezit van Jan Huyssen van Kattendijke (1566-1634), een prominente Zeeuwse bestuurder, wiens moeder een Hanneman was. Ook hij zet zijn naam op de titelpagina. Hij vindt het handschrift zo belangrijk voor de familiegeschiedenis, dat hij laat vastleggen dat het altijd in de familie moet blijven.
Zo krijgt de kroniek ook de naam waaronder zij in de literatuur bekend zal worden: de Johan Huysssen van Kattendijkekroniek, kortweg Kattendijkekroniek.
Vierhonderd jaar lang respecteren de erfgenamen de wens van Jan Huyssen van Kattendijke en houden zij het handschrift in privébezit. Zo nu en dan krijgen historici toegang tot het handschrift, zoals blijkt uit aantekeningen in het handschrift door de historicus Pieter Cornelisz. Bockenberg (1558-1617) en Cornelis van Alphen. Eind twintigste eeuw krijgen onderzoekers van het Huygens Instituut voor Nederlandse geschiedenis toegang, wat leidt tot de publicatie in 2005 van een volledige weergave van de tekst met inleidende teksten (zie literatuur). Deze tekst is gebruikt voor de transcriptie van de kroniek in het digitale topstuk van de KB.
In 2016 besluit Hugo Huyssen van Kattendijke het handschrift langdurig in bruikleen te geven aan de KB.
Downloaden en hergebruik
Wilt u afbeeldingen uit dit manuscript hergebruiken? Via Wikimedia Commons kunt u elke pagina van de Kattendijkekroniek in hoge resolutie downloaden. De pagina’s waarop wapenschilden, houtsneden en andere verfaaiingen van de Kattendijkekroniek staan, hebben we apart vermeld.
Beschrijving van het handschrift
Die historie of die cronicke van Hollant, van Zeelant ende van Vrieslant ende van den stichte van Uutrecht ende van veel landen die men hierna nomen sal
[Noord-Holland, tussen 1491 en 1493]
Ook bekend als de ‘(Johan Huyssen van) Kattendijkekroniek’.
autograaf
Den Haag, KB, KW 1900 A 008
Papier, VIII, 561, XIII fol, ill.
200×140 (ca. 140×85-90) mm; 1 kolom, 26 regels
Bruine leren band met blindstempeling uit ca. 1560-1580.
Literatuur
- Wetenschappelijke editie van het handschrift met inleidingen: Johan Huyssen van Kattendijke-kroniek. Die historie of die cronicke van Hollant, van Zeelant ende van Vrieslant ende van den Stichte van Utrecht. Uitgegeven door Antheun Janse met medewerking van Ingrid Biesheuvel. Den Haag, Instituut voor Nederlandse Geschiedenis 2005. De tekst uit deze uitgave is gebruikt voor de transcriptie bij het digitale topstuk. Met dank aan het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis.
- Karin Tilmans, 'De Kattendijke-kroniek: een uniek kopij-manuscript uit Haarlem, in Boeken in de late Middeleeuwen, Verslag van de Groningse Codicologendagen 1992, uitgegeven door Jos M.M. Hermans en Klaas van der Hoek, Groningen 1994, pp. 183-200.
- Het vrouwenlexicon van het Huygens Instituut van Nederlandse geschiedenis over Yolanda de Lalaing.
- Elizabeth den Hartog en Hanno Wijsman red., ‘Yolande van Lalaing (1422-1497), kasteelvrouwe van Brederode’, Jaarboek Kastelenstichting Holland en Zeeland (2009) [themanummer].
- Over het denken over het verleden in de vroegmoderne tijd: Karl Enenkel en Koen Ottenheym, Oudheid als ambitie: De zoektocht naar een passend verleden 1400-1700, Vantilt 2017.