KMC 4000
Verplicht veld. Niet herhaalbaar.
KMC 4000 bevat de titel
Vorm:
Anonieme titel: @Titel
Auteurstitel: @Titel.[spatie]/[spatie]By[spatie]$3000
Titel met lidwoord: De[spatie]@titel
Werk in 2 parts: @Titel.[spatie]:[spatie]2 parts.[spatie]/[spatie]By[spatie]$3000
Alternatieve titel
Apostrophe
Bedrukte omslag
Deelaanduiding
Hoofdletters
Meerdere talen
Romeinse cijfers
Spatiëring
Transcriptie
Typografisch titelblad
Zonder titelblad
§ 12 Typografisch titelblad
Er wordt uitgegaan van het typografische titelblad indien aanwezig. De aanwezigheid van een gegraveerd titelblad wordt in de beschrijving niet vermeld (met uitzondering van codes w en a in kmc 1200); de gegevens ervan worden alleen overgenomen als het boek geen typografisch titelblad heeft. Als het gegraveerde titelblad of printed cover aanzienlijk meer of andere gegevens bevat dan het typografische dan worden deze in een annotatie (kmc 4201) opgenomen c.q. in een aanvulling op het impressum. De aanwezigheid van een voortitel (Franse titelpagina) wordt niet vermeld; gegevens ervan worden alleen opgenomen in een annotatie als zij belangrijk meer of andere informatie geven dan de hoofdtitel. Een voortitel naast een gegraveerde titel wordt nooit als een typografisch titelblad opgevat.
§ 36 De eigenlijke boektitel wordt in verkorte vorm geciteerd van het titelblad (of als dat ontbreekt: van het bovenschrift van de tekst). Voor gevallen dat beide ontbreken zie § 38.3. Geciteerd wordt de kortst mogelijke zin (consistente syntactische structuur) die uit de boektitel, de aanhef van de titel en de benaming van het werk bevat. Voorbeeld: bij 'Soli Deo gloria. Hier nae volght een boeck dat is gheheten De XII boecken van de staet Godts S. Augustini' wordt 'Soli Deo gloria' verwaarloosd (dat wil zeggen zonder verantwoording weggelaten) en worden 'Hier nae volght een boeck dat is gheheten' en 'De XII boecken van de staet Godts' (respectievelijk de aanhef en de benaming van het werk) geciteerd.
Bij 'kortst mogelijke zin' dient het volgende in acht te worden genomen.
1. Verschillende werken moeten worden onderscheiden, ook van eventueel later nog te maken, met dezelfde woorden beginnende, titels; daarom moet vooral aan het begin van anonieme titels niets worden weggelaten, en in het bijzonder niet bij een veel voorkomende aanhef; bijvoorbeeld 'Ordonantie van de ed: mo: heeren Staten (enzovoort)', 'Ordonnantie van de ho: mo: heeren Staten (enzovoort)' en niet 'Ordonnantie van de [...] Staten (enzovoort)'. Ook moet bij een veel voorkomende aanhef de titel lang genoeg worden gemaakt: bijvoorbeeld 'Ordonnantie van de ed: mo: heeren Staten nopende de imposten op bier', en niet 'Ordonnantie van de ed: mo: heeren Staten' of 'Ordonnantie van de ed: mo: heeren Staten nopende de imposten'.
2. Een titel moet de noodzakelijkste informatie geven over de inhoud van het werk in kwestie; bijvoorbeeld 'Schuyt praetje gehouden tusschen een Haagenaer, een Middelburger, een Haerlemmer, ende een Uitrechts man' is op zichzelf genoeg om aan de boven onder (1) gestelde eisen te voldoen, maar dient toch te worden verlengd met: '[...]. Vertoonende alle den handel en wandel van D. Jean de Labadie'. Zo moet bv. bij reisverhalen altijd de reiziger (indien niet de auteur) en het reisdoel blijken; bij gelegenheidsdrukwerk als lijkpredicaties en huwelijksgedichten altijd de aard van de gelegenheid en de naam/namen van de persoon/personen in kwestie; bij overheidspublikaties altijd het bestuurslichaam in kwestie, de datum van uitvaardiging en de zaak waarover het gaat; bij auctiecatalogi altijd de naam van de verzamelaar en van de verkoper; enzovoort. (Als dit niet van het titelblad of uit het bovenschrift kan worden geciteerd, dan wordt het in een annotatie vermeld; zie § 38.)
De ondertitel wordt altijd geciteerd (d.w.z. de alternatieve titel, niet een verklaring of nadere uitwerking van de titel of een inhoudsopgave van het werk).
§ 38
38.1 Waar bekorten van de titel een onjuiste weergave van de aard van het boek zou geven en volledig citeren te ver zou voeren, kan het weggelaten gedeelte in redactionele formule worden weergegeven.
Voorbeeld: 'Hvgeiani Grotii Batavi Pontifex Romanvs, Rex Galliarvm, Rex Hispaniarvm' (enzovoort, een aantal gedichten zonder gemeenschappelijke titel) wordt:
Pontifex Romanvs : and other works. / By Hugeianus Grotius.
Te korte of nietszeggende boektitels en opschriften kunnen in een annotatie worden verduidelijkt.
Voorbeeld: Brief van een Amsterdamsch burger, aan zyn vriend te Nijmeegen. Met kmc 4201: On a forced money transaction.
Staat op het titelblad alleen de auteursnaam en geen titel van het werk, dan wordt tussen [ ] de eigenlijke titel of een algemene als 'Opera' toegevoegd.
Voorbeelden: [Opera]. / By C. Corn. Tacitus. Annotated by H. de Groot.
38.2 Voor overheidspublikaties (plakkaten, ordonnanties, keuren, instructies, sententies enzovoort) zie hier
Transcriptie I/J en U/V/W
Regel: Letterlijke transcriptie, eventueel met gereduceerde hoofdletters.
Uitwerking romein:
Overnemen wat er staat. Let op het verschil tussen een W en een dubbele V.
NB. | VV wordt VV of vv |
| Vv wordt Vv of vv |
B.v. | `VVTVAERTSANGHEN op den VVtvaert van ...' wordt: |
| VVtvaertsanghen op den vvtvaert van ... |
| `Vvtvaertsanghen op den Vvtvaert van....' wordt: |
| Vvtvaertsanghen op den vvtvaert van ... |
(Als een VV is bijgesneden om een W te suggereren, dan wordt een W of w getranscribeerd.)
Let op: Een u/U die er uitziet als wordt getranscribeerd als een v/V.
Uitwerking gotisch:
Onafhankelijk van de schrijfwijze van het betreffende woord in een ander lettertype wordt de altijd overgenomen als een I of i en wordt de altijd overgenomen als een V of v.
B.v. `Ordonnantie op de aerlyckse ytspattinghen' wordt:
Ordonnantie op de iaerlyckse vytspattinghen
§ 37 De titel wordt overgenomen van het titelblad volgens de algemene regels van transcriptie en met inachtneming van de volgende bijzondere regels:
1. Slechts functionele hoofdletters worden behouden, bepaald door spellingsregels en gewoonten; ook de hoofdletter aan het begin van de ondertitel. Er worden geen nieuwe hoofdletters toegevoegd (zie echter 2). Eénletterafkortingen behouden hun hoofdletter ('H: M: Heeren' wordt 'H: M: heeren').
2. Weglaten van het begin van de titel (bijvoorbeeld van de auteursnaam) wordt niet verantwoord; het citaat begint altijd met een hoofdletter. Weglatingen binnen het geciteerde stuk van de titel worden verantwoord door [...]. Afkorten aan het eind van het citaat wordt niet verantwoord. NB: haken op het titelblad worden overgenomen als (); redactionele haken komen in de benaming van het werk niet voor, behoudens het in ô 39 genoemde geval.
3. Regelafbreken wordt verwaarloosd. Afgebroken woorden worden ook in twijfelgevallen één woord: 'Landt Rechten' wordt 'Landtrechten'.
4. Evidente fouten kunnen worden aangegeven door [!] na het foute woord, zonder spatie ertussen.
5. Romeinse cijfers worden genormaliseerd overgenomen ('cI ' wordt 'M' enzovoort).
6. Defecten in de titelpagina (door bijvoorbeeld gaten of scheuren) worden zo mogelijk aangevuld. Achter de vindplaats (kmc 7100) van het betreffende exemplaar wordt vermeld: '(tp. defect.)'.
7. In geval van correcties op het titelblad door overplakken of iets dergelijks (vergelijk § 7) wordt de correcte tekst geciteerd in het betreffende element van de beschrijving, en de foute tekst en de methode van correctie vermeld in een annotatie. Voorbeeld: 'Epistolica corrected from Episolica by stamping'.
8. Een titel als: '@PANEGYRICVS. ¦ IN. OBITVM. ¦ PRINCIPIS. ¦ FREDERICI. HENRICI. ¦ [...]' wordt overgenomen als: Panegyricvs in obitvm principis Frederici Henrici.
9. De ringel-s in Duitse titels wordt overgenomen. De ringel-s in anderstalige titels (bv. Latijn) wordt geredigeerd tot "ss".
Spatiëring
De spatiëring tussen twee woorden of woorddelen is in een oude tekst niet altijd even duidelijk. Houd er bij het navolgende rekening mee dat een evident ontbrekende of evident aanwezige spatie iets anders is dan onregelmatig ogend zetwerk.
Als er een spatie staat of lijkt te staan op een plaats waar die naar toenmalig gebruik ook hoort te staan of kan staan, wordt een spatie getranscribeerd. In de vingerafdruk komt op zo'n plaats een $.
Als er evident geen spatie staat op een plaats waar die, ook naar toenmalig gebruik, evident wel hoort, dan worden bij transcriptie de woorden aan elkaar geschreven, gevolgd door [!]. Bij voorbeeld: Ordonnantie van de weeskamervan[!] Amsterdam.
Als er evident geen spatie staat op een plaats waar die, naar toenmalig gebruik, zou kunnen ontbreken, bij voorbeeld in combinaties van persoonsvorm of voegwoord met persoonlijk voornaamwoord, of in uitgeschreven jaartallen, dan worden bij transcriptie de woorden aan elkaar geschreven, zonder [!]. Bij voorbeeld: Hier hebtge de ordonnantie vande weeskamer van Amsterdam, alsmen schreef duisendzeshonderdendetwaelf.
Als er evident een spatie staat op een plaats waar die, ook naar toenmalig gebruik, evident niet hoort, dan worden bij transcriptie de woorddelen los van elkaar geschreven, het tweede deel gevolgd door [!]. Bij voorbeeld: Ordonnantie van de weeskamer van Am sterdam[!].
Een uitgeschreven jaartal kan ofwel spaties bevatten tussen de onderdelen, ofwel spaties bevatten rond het woord en(de), ofwel geen spaties bevatten. Elk van deze mogelijkheden beschouwen we als regelmatig. Een vermenging van deze mogelijkheden beschouwen we als onregelmatig. Bij voorbeeld:
duisend zeshonderd ende twaelf
duisendzeshonderd ende twaelf
duisendzeshonderdendetwaelf
duisendzeshonderd endetwaelf[!]
In de vingerafdruk wordt altijd de feitelijke situatie weergegeven, zonder [!].
Apostrophe
Voor het transcriberen van spaties voor en na een ' (apostrophe) gelden de volgende regels:
Bij vaste verbindingen van gereduceerde lidwoorden en voorzetsels geen spaties (ook niet als ze er wel staan):
van't, over't, enz.
d'heeren, d'ho: mo:, d'E.E. H.H., enz.
t'Een en t'aer, enz.
t'Amsterdam, 'TAmsterdam, t'samenspraeck, enz.
'sGravenhage, s'lands van Utrecht, sHoofs van Holland, enz.
Bij ingekorte woorden en lossere verbindingen komt altijd een spatie voor/na de apostrophe:
Spiegeltien, vertoonende 't kort hair
Liefd' boven al.
't Leven
In het Frans: nooit spaties:
l'homme, c'est, qu'il enz.
Als een afgekort lidwoord samen staat met een woord waarmee het nu één woord vormt, gaat deze combinatie voor die van lidwoord en voorzetsel, dus bijv. van 't gene of van 't selve wordt: van 'tgene en van 'tselve.
Deze regels gelden ook bij het bepalen van spaties in de vingerafdruk.
Hoofdletters
Bij de transcriptie worden hoofdletters zoveel mogelijk klein gemaakt. Eigennamen houden hoofdletters (mits die op de titelpagina staan). Het rangtelwoord in vorstennamen krijgt een hoofdletter (Willem de Derde, Karel de Tweede; maar: `Karel, de tweede van die naam').
Kerkgenootschappen en geestelijke stromingen en hun aanhangers krijgen geen hoofdletters: de gereformeerde kerk, rooms katholiek, arminianen, socinianen, menisten, het coccejanisme, enz. Oude en Nieuwe Testament, Heilige Schrift, onze lieve Heer, het H. Roomsche Rijck e.d. houden hun hoofdletters; bijbel, heilige waterdoop, psalm, nationale synode, paus, bisschop en andere geestelijke en wereldlijke titulatuur daarentegen niet. Bij de transcriptie van Latijnse titels worden de Nederlandse regels voor het toekennen van hoofdletters gevolgd. Bij voorbeeld: lingua Latina.
Voor hoofdlettergebruik in franstalige titels en franse namen, zie hier. (met dank aan de samensteller, Sylvia van Zanen)
Romeinse cijfers
Romeinse cijfers worden genormaliseerd overgenomen ('cI ' wordt 'M' enzovoort).
De klein kapitale romeinse I wordt in oude boeken vaak gebruikt als teken voor het Arabische cijfer 1. Transcriptie I/i dan wel 1 is afhankelijk van de context (dit geldt zowel bij de transcriptie van de titel als in de vingerafdruk).
Dateringen in de vorm ` 2 12 Octobris' worden bij transcriptie weergegeven als: 2/12 octobris.
Bij te transcriberen Romeinse cijfers worden gebruikte kapitalen, punten en spaties gehandhaafd. Is heel het jaartal gelijkmatig van extra wit voorzien, dan wordt dit niet als spatiëring opgevat.
38.3 Geen titelblad
Als een boek is gepubliceerd zonder titelblad, dan wordt het bovenschrift van de tekst als uitgangspunt voor de beschrijving genomen.
Is een boek zijn titelblad kennelijk kwijtgeraakt, dan wordt getracht het te identificeren en een volledig exemplaar te vinden als basis voor de beschrijving; slaagt men hierin niet, dan wordt een voorlopige beschrijving gemaakt. In beide gevallen komt de titel tussen vierkante haken.
Als van een boek dat direct met de tekst begint (en dus geen titelblad of bovenschrift heeft) een beschrijving moet worden gemaakt, wordt tussen [ ] een titel gegeven die, met bijpassend hoofdwoord, is ontleend aan (a) andere edities van hetzelfde werk; (b) de inhoud van het werk zelf. Er wordt een annotatie toegevoegd die dit verantwoordt, in de vorm: 'No tp.; incipit: ...'. Er komt een extra zoeksleutel in kmc 3261.
Voorbeeld:
Kmc 4000: [@Ordonnantie van burgemeesters, schepenen en raden van Arnhem over het maken van testamenten]
Kmc 4201: No title-page; incipit: Burgemeesteren schepenen en raden der stadt Arnhem. Issued 18-01-1694
Kmc 3261: <10>@Burgemeesteren schepenen en raden
In het geval van plano's geen verwijzing naar titelpagina:
Kmc 4000: [@Uitnodiging tot bijwoning van de begrafenis van D. Jacobus Hovius in de Westerkerk te Enkhuizen]
Kmc 4201: Incipit: In Enchuysen. Op maendagh, den 21. julij 1692 [...] werdt ue. ter begravenisse verzogt
Kmc 3261 <10>@In Enchuysen. Op maendagh
Wanneer incidenteel bij dit soort gevallen de titel (benaming van het werk) duidelijk als verderop in het werk voorkomt, wordt deze, met vermelding van de vindplaats, als zodanig gebruikt; ook hier wordt dan het incipit in een annotatie gegeven.
Voorbeeld:
KMC 4000: (Title-page A6:) Corte overlegginghe der voorschreven drie deelen. / By I.C.M. [= Jacob Coenraetsz Mayvogel]
Kmc 4201: No title-page; incipit: Eerdight over de stichtelijcke rijmen van Iacob Coenraedtsz. Mey-voghel
Kmc 3261 <10>@Eerdight over de stichtelijcke
NB: In het verleden werden aansluitende kmc's die met vierkante haken omsloten moesten worden alleen voorzien van één begin- en één eindhaakje. Een voorbeeld zou kunnen zijn een titel en impressum overgenomen uit het GGC (omdat het titelblad ontbreekt in het te beschrijven exemplaar). Dit zou vroeger genoteerd worden als:
kmc 4000: [@Boek over de diefstal van een vaatje bier. / By Pietje Puck
kmc 4040: Amsterdam, Jan Pieterse, 1700]
Aangezien dit door de losse veldpresentatie op het web niet mooi staat, moeten deze waar nodig aangevuld worden, dus
kmc 4000: [@Boek over de diefstal van een vaatje bier. / By Pietje Puck]
kmc 4040: [Amsterdam, Jan Pieterse, 1700]
§ 39 Deelaanduidingen
Deelaanduidingen in de boektitel worden weggelaten als het aantal delen in de collatie is genoemd, en anders geredigeerd tot bijvoorbeeld 'Part 1', 'Part 1(-3)', of '(Part 1-2)'. Is weglaten of redigeren onmogelijk door een hecht syntactisch verband met de eigenlijke titel of omdat de deelaanduiding de aanhef is van de boektitel, dan wordt de deelaanduiding van het eerste deel overgenomen met daarachter die van het laatste tussen ( ).
Voorbeelden: 'Het eerste(-derde) deel van de mathematische vermaecklijckheden'. 'Variarum lectionum liber primus(-quintus)'.
Als het aantal 'inhoudelijke' delen (stukken van een meerdelig werk met meerdere titelbladen die 'deel I-II' enzovoort vermelden) afwijkt van het aantal bibliografische delen (nieuw alfabet in de collatie), dan geeft de collatie het aantal bibliografische delen (bijvoorbeeld '3 volumes') en wordt in de benaming van het werk het aantal inhoudelijke delen gegeven (als: Part 1-6).
Let op: Partvermeldingen in kmc 4000 komen altijd na een dubbele punt omsloten door spaties, dus @Titel.[spatie]:[spatie]Part 1.[spatie]/[spatie]By etc.
Wanneer een deelaanduiding niet op de titelpagina staat, komt deze tussen ronde haken (deelaanduiding elders in het boek) of tussen vierkante haken (informatie uit andere bron) gezet.
§ 13 Talen
Staan afzonderlijke titels in verschillende talen gelijkwaardig op het titelblad, dan wordt de titel in de eerste taal als basis genomen; de andere titels worden in sterk verkorte vorm geciteerd. Voorbeeld: ppn 853808503. De vorm is 'titel in 1e taal[punt][spatie]=[spatie]titel 2e taal'. De talen worden ook vermeld in kmc 1500.
Staat er op het titelblad naast een titel in bijvoorbeeld het Latijn, ook een korte titel in een niet Latijns alfabet, dan wordt deze laatste verwaarloosd. De talen van het titelblad worden in dit geval in een annotatie (kmc 4201) vermeld (als: 'Title in Greek and Latin'). Een of meer Griekse, Hebreeuwse, enz. woorden in een anderstalige titel worden overgenomen; een Griekse, Hebreeuwse, enz. titel die met woorden als 'sive', 'dat is:' aan een anderstalige paralleltitel is verbonden eveneens. Er wordt dan een extra titelsleutel gecreëerd d.m.v. kmc 3261.
Bevat de Griekse, Hebreeuwse enz. paralleltitel meer informatie dan de Latijnse, of zijn beide titels met woorden als sive of id est met elkaar verbonden, dan worden beide titels overgenomen. Er wordt dan een extra titelsleutel gecreëerd d.m.v. kmc 3261.
Bij een titel in twee talen op resp. de verso en de recto-zijde van een opening wordt gehandeld als bij een normale paralleltitel, dus zonder paginavermelding o.i.d.
Is de taal van het boek een andere dan door de titel wordt gesuggereerd, dan wordt dit in een annotatie (kmc 4201)vermeld (als: 'Text in Dutch' bij een Nederlandstalig boek met een titelblad in het Latijn).
Zie voor de transliteratie: Grieks
§ 40 Alternatieve titels
Alternatieve titels stammend van een secundair of gegraveerd titelblad worden indien sterk afwijkend van de hoofdtitel in een annotatie geciteerd. Voorbeeld:
Kmc 4000: @Onderwysinge van alle christelyke ouders aen haere kinderen over den heyligen doop. / By Hugo de Groot
Kmc 4201: Anr title-page: H. de Groot, Christelyke samenspraak over den H. doop.
Kmc 3261: @Christelyke samenspraak over den
Bestaat het verschil slechts in het ontbreken van de naam van de auteur op het secundaire (meestal gegraveerde) titelblad, dan wordt dit feit verwaarloosd.
§ 43 Informatie over vertalingen komt in kmc 4000 achter de slash. Voor voorbeelden en de keuze tussen kmc 4020 en kmc 4000 zie de uitleg van kmc 4020.
§ 11 Bedrukte omslag
Met een bedrukte omslag (de voorloper van de uitgeversband) wordt als volgt gehandeld.
In kmc 1200: v
Zijn alle geciteerde titelgegevens afkomstig van een bedrukte omslag (omdat er geen typografische of gegraveerde titelpagina is) dan wordt de annotatie:
kmc 4201: Title and imprint derived from printed covers
Is een deel van de beschrijfgegevens afkomstig van de bedrukte omslag, dan wordt net zo gehandeld als als wanneer men extra gegevens ontleent aan een secundaire titelpagina, b.v.:
kmc 4020: (Printed covers: 3rd enlarged impression)
kmc 4040: Amsterdam, A. Balster (printed covers: Bolsward, P. Wellinga), 1796
Staat een auteursnaam wel op de bedrukte omslag maar niet op de typografische titelpagina, dan komt hij tussen ( ) in kmc 4000. Hier hoeft men, net als bij een auteursnaam op een gegraveerde titelpagina, niet aan te geven waar de auteursnaam in het boek voorkomt.
De bedrukte omslag maakt geen deel uit van de collatieformule.
top .
|