LET OP: KMC's met een * zijn verplicht

Criteria voor opneming

§ 1-4 De STCN (Short Title Catalogue Netherlands) is een lijst beschrijvingen van in Nederland gedrukte boeken t/m het jaar 1800.

De periode bestrijkt alle gedrukte boeken vanaf 1473 (het eerste gedateerde boek gedrukt in Nederland) tot en met 31 december 1800. Ook prototypografie (ongedateerd, maar mogelijk voor 1473) wordt beschreven, en ook werken die slechts gedeeltelijk of vermoedelijk binnen deze periode vallen. Seriewerken worden slechts tot 1800 beschreven, onder vermelding van het feit dat de reeks verder is voortgezet. Tijdschriften waarvan de eerste aflevering in de 18e eeuw is verschenen, worden in principe geheel beschreven. Als een bijzonder groot deel ervan na 1800 verscheen, kan worden volstaan met de beschrijving van de 18e-eeuwse afleveringen en een annotatie over de rest. 19e-eeuwse gedateerde reissues van 18e-eeuwse drukken worden niet in de STCN opgenomen. Ongedateerde reissues worden wel opgenomen, ook als ze waarschijnlijk 19e-eeuws zijn. Other issues gedateerd resp. 1800 en 1801 worden ook beide beschreven.

§ 5 Nederlandse boeken betekent:
(a) in Nederland gedrukte boeken (ongeacht de taal);
(b) Nederlandstalige boeken (ongeacht de plaats van uitgave). Voor boeken zonder plaats van uitgave of met gefingeerde plaats van uitgave (Keulen, Pierre Marteau, en dergelijke) geldt dat ze worden opgenomen als met enige waarschijnlijkheid kan worden vermoed dat ze in Nederland zijn gedrukt. Ook twijfelachtige gevallen en boeken waarvan ten onrechte kan worden gedacht of is gedacht dat ze in Nederland zijn gedrukt, worden opgenomen, de laatste met vermelding van het feit dat dit niet juist is. Adressen als 'Villefranche' en dergelijke, die geen algemeen in de bibliografische literatuur aanvaarde oplossing hebben, worden terzijde gelaten.

Bij boeken zonder impressum zijn de criteria van wel/niet opnemen moeilijk vast te stellen. Voor beslissing tot opnemen kunnen de volgende argumenten meetellen, die vooral gelden bij pamfletten en andere actuele geschriften (die de grote meerderheid van dit materiaal uitmaken).
1. Boeken in het Nederlands worden altijd opgenomen.
2. Boeken in andere talen worden opgenomen als ze geschreven zijn vanuit Noordnederlands gezichtspunt (intern-Nederlandse kwesties, antiroomse polemieken, enzovoort) of door een in Nederland verblijvend auteur.
3. Mede bepalend zijn de uiterlijke kenmerken van het boek (gewoontes bij signering, custodes, en dergelijke, kunnen een indicatie vormen; zie R.A. Sayce, Compositorial practices, Oxford 1979) en de algemene waarschijnlijkheid (een pamflet in het Duits komt bijvoorbeeld minder snel in aanmerking dan een in het Latijn of Frans).
4. Resterende ernstige twijfelgevallen en categorieën als geschriften van uit Nederland verbannen auteurs worden liever wel opgenomen dan niet; de twijfel wordt tot uitdrukking gebracht door de annotatie: 'Printed in the Netherlands? in kmc 4201' en een 7 op de tweede positie van elk kmc 700X.

§ 6Plano's worden sinds 2018 ook opgenomen. Ook atlassen en verzamelingen gravures, mits voorzien van titelblad, worden opgenomen, maar deze worden bibliografisch summier behandeld. Zie voor deze verzamelingen gravures § 14.6. Couranten worden voorlopig niet opgenomen.
Nog twee bijzondere gevallen verdienen aparte vermelding:

1. Populaire liederen (en andere actuele teksten) verschenen soms op voor- en achterzijde van een heel of half (maar niet altijd doormidden gesneden) `vliegend blad'. Zulke bladen worden niet beschouwd als plano's, maar samenhangend beschreven. Zie verder liedbladen.

2. Brieven van ambassadeurs die niet als onafhankelijke publikatie zijn uitgegeven maar ter bundeling, worden voorlopig eveneens niet beschreven. Kenmerken: folioformaat, opmaak als brief (bovenaan datering en aanhef, en geen titel of opschrift over de gehele papierbreedte maar hooguit in een hoekje), meestal slechts één, vaak eenzijdig bedrukt, blad zonder impressum.

§ 7 Drukken, oplagen en uitgaven worden altijd afzonderlijk opgenomen. Over de betekenis van de gebruikte terminologie moeten hier allereerst een paar opmerkingen worden gemaakt, aangezien niet iedereen dezelfde definities hanteert, en er bovendien in Nederland nog geen algemeen aanvaarde technische terminologie bestaat.
Bij de volgende definities wordt het woord editie gebruikt als neutrale term: elke gedrukte presentatievorm, al dan niet herzien of vertaald, van een tekst, ongeacht hoe die technisch is gerealiseerd.

- Druk (Engels: edition): alle edities (exemplaren) die te eniger tijd van hetzelfde of grotendeels hetzelfde zetsel zijn gedrukt.
- Oplaag (Engels: impression): deel van een druk dat alle exemplaren bevat die binnen één tijdsgeheel van de pers zijn gekomen. Aangezien vóór 1800 herdrukken van staand zetsel en andere vormen van opnieuw gebruiken ervan weinig voorkomen, zijn in deze periode druk en oplaag vrijwel identiek, en kunnen de termen praktisch door elkaar worden gebruikt. De hier gebruikte is druk (edition).
- Uitgave (Engels: issue): deel van een druk dat alle exemplaren bevat die zijn gepresenteerd als een opzettelijk van andere uitgaven onderscheiden publikatie-eenheid. Alle uitgaven van één druk bestaan dus uit (grotendeels) dezelfde vellen. Een wijziging op het titelblad (op de pers, door overplakken, met de pen, door cancelen, enzovoort) bedoeld om een fout te corrigeren creëert niet een andere uitgave.
- Staat (Engels: state): exemplaren met andere dan boven omschreven kleine afwijkingen in het zetsel. Staten worden niet afzonderlijk opgenomen; indien noodzakelijk worden de verschillen in een annotatie gegeven (zie kmc 4201). Een staat is een wijziging van een deel van de druk zonder de bedoeling een uitgave te creëren: er kan een andere lezersgroep beoogd zijn; er kan een speciale opdracht toegevoegd zijn of een ander stuk tekst enz. Cancels, correcties op de pers e.d. creëren geen andere staat, laat staan een andere uitgave. Het vermelden van staten wordt in de beschrijvingen zoveel mogelijk vermeden. Als vermelding noodzakelijk is (b.v. wegens een andere collatie of vingerafdruk), dan in de vorm van een annotatie. Bijv.:
Kmc 4201: Some copies dedicated to the Prince of Orange, other copies to the States of Friesland.

§ 59 Verschillende drukken, oplagen en uitgaven worden wel afzonderlijk opgenomen.
59.1 In het normale geval representeert iedere beschrijving een afzonderlijke druk; is een editie een uitgave (gelijktijdig of later) van een andere editie (dus met identieke vingerafdruk), dan wordt dit feit in een annotatie (kmc 4201) medegedeeld: 'Anr issue of ...', of 'Reissue of ...'. Voorbeeld:
Pharsalia: sive De bello civili. / By M. Annaeus Lucanus. Edited and annotated by H. de Groot. [Leiden], ex off. Plantiniana Raphelengii, 1614. (ppn 844247162)
Pharsalia: sive De bello civili. / By M. Annaeus Lucanus. Edited and annotated by H. de Groot. Lvgdvni Batavorvm, ap. J. Maire, 1626. Kmc 4201: Reissue of the edition 1614. (ppn 840227205)
Pharsalia: sive De bello civili. / By M. Annaeus Lucanus. Edited and annotated by H. de Groot. Lvgdvni Batavorvm, ap. J. Maire, 1627. Kmc 4201: Anr issue of the edition 1626. (ppn 840226888)

In het geval van other en reissues, voeg je ook een kmc 4701 toe met het ppn van de andere issue; bij een reissue in de latere druk '4701 Reissue van !ppn!' en bij other issues in beide beschrijvingen '4701 Anr issue van !ppn!'.

Anr issue wordt gebruikt bij min of meer gelijktijdig bedoelde publikatie van dezelfde druk in verschillende vormen. Deze verschillen kunnen bij voorbeeld betreffen (eventueel combinaties van):
1. de auteursnaam al dan niet op het titelblad;
2. een andere benaming van het werk;
3. een wijziging van de plaats en/of de uitgever in het impressum (of colofon). 'Anr issue' wordt ook gebruikt bij een verschil van één jaar;
4. een ander formaat (en eventueel andere collatie).
Al deze verschillen (behalve 4) betreffen titelblad (of colofon); eventuele kleine weglatingen of toevoegingen in het boek zijn secundair.
Let op: De annotatie Anr issue of the edition ... wordt in beide issues opgenomen.

Reissue wordt gebruikt als een aantal jaren na publikatie de rest van de editie up to date wordt gebracht door die te voorzien van een nieuw jaartal en (meestal) een nieuwe uitgever; ook als binnen een korter tijdsbestek op andere wijze de suggestie van een nieuwe druk wordt gewekt, wordt gesproken van een titeluitgave (bijvoorbeeld 'Den tweeden druck, vermeerdert', in 1636, en: 'Den derden druck', in 1637).
De annotatie wordt alleen opgenomen in de latere editie.

59.2 Een lastige categorie in dit verband is die der zgn. paralleldrukken. Bij snel te produceren teksten (vaak van geringe omvang, zoals plakkaten) werkten soms meerdere zetters tegelijk voor meerdere persen; de zetsels werden door elkaar gebruikt en ieder exemplaar bestaat dus (per katern of zelfs per vorm) uit een willekeurig samenstel van de verschillende zetsels. In deze gevallen wordt één beschrijving gemaakt, die wordt voorzien van de annotatie in kmc 4201: Different type-settings (eventueel gespecificeerd: of gatherings C-D, of: of the inner and outer form) are used indiscriminately in various copies'. Van alle voorkomende combinaties van zetsels worden vingerafdrukken gemaakt. Bijv. ppn 831553081

Een ander geval vormen teksten die per aflevering werden verkocht (hoewel ze doorsigneren), als daarvan meerdere (her)drukken voorkomen. Een koper kocht de tekst, niet een speciale druk ervan, dus sets zijn veelal verschillend samengesteld, terwijl het niet mogelijk is om (zoals bij meerdelige werken waar zoiets het geval zou zijn) de afleveringen afzonderlijk op te nemen. Ook tijdschriften kennen allerlei variaties van dit verschijnsel. In dit geval wordt als hoofdregel één summiere beschrijving gemaakt met de annotatie Some copies (of Copies often) composed of gatherings of different editions.. Er wordt geen poging gedaan tot nadere specificatie. Evenwel: als drukken binnen zo'n geheel afzonderlijk herkenbaar zijn (aan afwijkingen in de titel, de collatie, enzovoort, dan worden ze wel afzonderlijk opgenomen, ieder met hun eigen vingerafdruk en (indien toepasselijk) met bovenstaande annotatie. Uit de werkaantekeningen moet blijken welke afleveringen in welk exemplaar zijn aangetroffen. Voorbeeld: ppn 20337522X

§ 8 Er wordt een beschrijving gemaakt van iedere bibliografische eenheid, wat betekent dat onderdelen van boeken niet afzonderlijk worden opgenomen ook al hebben ze een eigen titel en titelblad. Als zulke onderdelen evenwel ook een onafhankelijke paginering en signering hebben (of een van de twee, als de andere ontbreekt), dan worden deze semi-onafhankelijke onderdelen wel afzonderlijk opgenomen, ook al worden ze op het titelblad van het gehele werk aangekondigd. Er worden hierbij twee mogelijkheden onderscheiden.

1. Incorporates-constructie: Hoofdwerk, gevolgd door onderdelen die aan de bovenstaande criteria voldoen (dat wil zeggen: ook afzonderlijk zouden kunnen voorkomen). Hier wordt aan de hoofdbeschrijving een annotatie (kmc 4242) toegevoegd: 'Incorporates: [hoofdwoord, begin van de (sorteer)titel, jaar]', en aan de beschrijvingen van de onderdelen een annotatie (kmc 4241): 'Part of: [hoofdwoord enzovoort van het hoofdwerk]'. Tevens krijgt de part-beschrijving het ppn van de koepeltitel in kmc 4160. Voorbeeld: ppn 830013229.

Klassieke tekstuitgaven waarvan het commentaardeel een afzonderlijke titel, paginering en signering heeft, worden eveneens zo behandeld (en krijgen niet één gezamenlijke beschrijving met als collatie '2 vols'). Voorbeeld: ppn 840293976

Als een deel van een boek, hoewel het niet aan bovenstaande eisen voldoet, toch afzonderlijk blijkt te zijn gepubliceerd, wordt het ook afzonderlijk beschreven. Aan de hoofdbeschrijving wordt een annotatie in kmc 4201 toegevoegd: '... also issued separately as: [hoofdwoord enzovoort]', aan de beschrijving van het onderdeel een annotatie: 'Also issued in: [hoofdwoord enzovoort van het hoofdwerk]'. Deze formule wordt slechts gebruikt als uit een toegevoegd titelblad of uit een aangepaste signering of paginering blijkt dat afzonderlijke publikatie van het onderdeel inderdaad de bedoeling was. Voorbeeld: ppn 843902949

Bij Bijbeluitgaven die aan bovenstaande criteria voldoen (bijvoorbeeld Nieuwe Testament heeft een aparte signering en titelblad) wordt echter niet een annotatie 'Incorporates...' toegevoegd en geen afzonderlijke beschrijving van het Nieuwe Testament gemaakt. Psalmberijmingen met een eigen titelpagina en eigen signering en paginering worden zelfstandig beschreven. Als blijkt (uit tekst op de titelpagina, custode, errata enz.) dat zo'n psalmberijming onderdeel uitmaakt van een groter geheel (volledige bijbel), dan wordt de standaard part-incorporates regel toegepast.

2. Container-constructie: Als er alleen een verzameltitel (met eventueel voorwerk) is, direct gevolgd door onderdelen met eigen titels enzovoort die alle los van elkaar kunnen voorkomen, dan wordt aan de verzamelbeschrijving een annotatie (in kmc 4242) toegevoegd: 'Contains: [hoofdwoord enzovoort van de onderdelen]', en aan de beschrijvingen van de onderdelen een annotatie (kmc 4241): 'Part of: [hoofdwoord enzovoort van de verzamelbeschrijving]' met het ppn van de koepeltitel in kmc 4160. Voorbeeld: ppn 832096016.

Als een onderdeel werkelijk afzonderlijk blijkt te zijn gepubliceerd, wordt de annotatie in kmc 4241 'Part of ...' vervangen door 'Also issued in: ...'. In de koepel (kmc 4242) komt dan 'Gatherings A-X also issued separately as: ...'; bij de vermelding van vindplaatsen (kmc 7100) wordt niet aangegeven welke exemplaren afzonderlijk en welke als onderdeel van een groter geheel zijn aangetroffen.

Een `Also issued in'-constructie wordt alleen gebruikt als er iets aan het werk gewijzigd is (paginering, signering, collatie) om het in een groter geheel te plaatsen. Een aanvankelijk zelfstandig verschenen publicatie die (eventueel jaren later) zonder wijziging is opgenomen in een groter geheel, krijgt een gewone `Part of'-constructie.

Parts: Part-beschrijvingen worden gemaakt voor die bibliografische eenheden die deel uitmaken van een groter geheel, maar waaraan je dat niet duidelijk kunt zien als ze apart voorkomen. Is de samenhang wel duidelijk, bij voorbeeld bij een `Tweede deel van...' of een `Aanvulsel op...', dan hoeft er geen part-beschrijving te komen.

Een part is pas een part als het:
1. een nieuwe (of geen) signering heeft
2. een nieuwe (of geen) paginering heeft
3. een echte, complete titelpagina heeft (incl. impressum; dus geen Franse titelpagina).

Een signaturenreeks in onderkast wordt beschouwd als een nieuwe signering. Een reeks beginnend met 2A wordt niet beschouwd als een nieuwe signering, al worden hier bij containers wel eens uitzonderingen op gemaakt.

Bij twijfel of een boek beschouwd moet worden als een part van een groter geheel dan wel als een zelfstandige publicatie die alleen inhoudelijke samenhang vertoont met een ander tezelfder tijd verschenen werk, kan de aanwezigheid van een al dan niet gemeenschappelijk register, privilege en dergelijke, of van een custode tussen beide werken een goede aanwijzing vormen, evenals de afwisseling signaturen in bovenkast/onderkast.

Disputaties vormen soms een serie met één signaturenreeks, al dan niet met een container-voorwerk. Als in zo'n geval elke disputatie een eigen titelpagina heeft, dan krijgt deze - ondanks de doorlopende signering - een eigen beschrijving, al dan niet als part. Zie ook disputaties

In kmc 4201 wordt de auteursnaam beperkt tot voorletters en achternaam in standaardvorm. De (sorteer-)titel van het grotere c.q. kleinere deel wordt, zonodig ingekort, letterlijk geciteerd, dus inclusief ligaturen, i voor j, u voor v etc.; de datering wordt niet omgeven door haakjes.
Indien in kmc 4201 meerdere parts genoemd worden, worden deze gescheiden door een puntkomma en spatie. Voor de laatste komt dan puntkomma spatie en 'and'.

Bij beschrijvingen van parts worden kmc 1200 (bibliografische bijzonderheden), kmc 4043 (tln drukker), kmc 6501 (geografische thesaurus) en kmc 651X (onderwerpsontsluiting) nogmaals ingevuld. Dit in tegenstelling tot de eerdere praktijk. Kom je nog part-beschrijvingen tegen zonder deze kmc's, vul de gegevens dan aan. Een los part (dus zonder koepel) wordt behanld als monografie met in kmc 7100 na de ; 'part only'.

Bij een verzameling zonder vaste inhoud wordt de collatieformule bij voorbeeld:
Kmc 4064: *4 and 24 separately entered tragedies.
Bij een verzameling met vaste inhoud kan de annotatie in kmc 4242, als die te lang dreigt te worden, vervangen worden door kmc 4201, bijv. Contains: 16 tragedies. De collatieformule blijft als normaal. Deze mogelijkheid alleen gebruiken als het om werken van één auteur gaat.

Verzamelingen van plakkaten
In de 17e en 18e eeuw werden verzamelingen uitgegeven van plakkaten, ordonnanties en dergelijke die door één overheidsinstantie (bij voorbeeld de Staten van Holland) in de loop der tijd waren uitgevaardigd. Inhoudelijk staat meestal wel min of meer vast wat er in zo'n bundel thuishoort. Er is soms een register en incidenteel zelfs een nummering, al zijn later uitgevaardigde plakkaten er soms weer gewoon aan toegevoegd. Bibliografisch is het verband veel minder duidelijk of zelfs geheel afwezig. Los verschenen plakkaten konden later in een verzameling worden opgenomen; van niet meer voorradige plakkaten werd een nieuwe uitgave gedrukt (al dan niet met aanpassing van het impressum); de overkoepelende titelpagina kon op enig moment door een nieuwe worden vervangen; een verzameling kon uit elkaar worden gehaald, enzovoort. Dat heeft tot gevolg dat dezelfde uitgave van een plakkaat los kan voorkomen, maar ook als deel van meerdere verzamelingen die op uiteenlopende tijdstippen zijn verschenen. Verschillende exemplaren van één verzameling bevatten - ondanks identieke titel en voorwerk - niet van alle plakkaten dezelfde edities. Dit alles leidt ertoe dat de gewone Part of-constructie niet goed werkt. Om nu geen bibliografisch verband te leggen dat er niet is, maar toch de inhoudelijke relatie tussen `koepel' en delen niet kwijt te raken, gelden afwijkende regels, zie verder overheidspublicaties.

In gevallen als de `Recueil des opera' wordt geen gebruik gemaakt van kmc 4160 voor verwijzingen van de parts naar het geheel omdat de gebruikte drukken niet vast liggen. Wel wordt in kmc 4201 een overzicht gegeven van de titels van de parts, nu echter zonder jaartallen erachter.

Bij de parts komt in kmc 4201 de annotatie Part of: Recueil, Recueil des opera, Part 1 (zonder jaartal).

§ 38.1 Verzamelingen gelijkwaardige teksten die samen gewoon één boek vormen:
Als een boek bestaat uit een niet te grote verzameling gelijkwaardige teksten van verschillende auteurs, zoals een aantal toneelstukken of essays, zonder dat er sprake is van bibliografische parts, dan kan er een `contents'-annotatie gemaakt worden (niet te verwarren met de `container', zie hierboven), die in zeer beknopte vorm auteurs en titels opsomt. Bijv.:
Kmc 4000: @Spectatoriaale schouwburg, behelzende eene verzameling der beste zedelyke tooneelstukken, byeen gebragt uit alle [...] taalen van Europa. : Part 2
Kmc 4201: Contents: L.-S. Mercier, Jean Hennuyer, Dutch; Id., Le juge, Dutch; and C.F. Weisse, Romeo und Julie, Dutch

Wordt zo'n opsomming te lang, dan volstaat een samenvattende annotatie:
Kmc 4201: 20 treatises by several authors, on the plague; of:
Kmc 4201: 10 plays by several authors, in Dutch and French.

De auteurs komen niet in kmc 3011 en ook niet in een verwijzing.
Als alle teksten van dezelfde auteur zijn, dan is een extra annotatie vaak overbodig, of kan worden volstaan met iets als `12 sermons'.
Secundaire teksten worden nooit vermeld, noch in kmc 4000 noch in 4201.

§ 9 Werken in meer delen (dat wil zeggen ieder deel heeft een eigen titelblad en signering) krijgen in de regel één gezamenlijke beschrijving, op basis van de titel van deel 1.
Slechts in de volgende gevallen worden de delen afzonderlijk beschreven:
1. als niet alle delen aanwezig zijn;
2. als in de praktijk verschillende (gelijktijdige of ongedateerde) drukken van de delen in allerlei combinaties tot één geheel zijn verbonden, dat wil zeggen als het onmogelijk is vast te stellen welke druk van deel 1 bibliografisch 'hoort bij' welke van deel 2, enzovoort (bijvoorbeeld de verschillende boeken van de Nederlandse Amadis de Gaule);
3. als het bibliografisch verband tussen de delen, hoewel inhoudelijk één werk, gering is.;
4. als wat inhoudelijk een tweede enzovoort deel is, een sterk afwijkende titel heeft.

Bij anoniemen worden apart beschreven tweede en volgende delen onder hoofdwoord en sorteertitel van het eerste deel gebracht, binnen dezelfde auteur krijgen ze de titel van het eerste deel als sorteertitel; hebben de delen verschillende auteurs en is ook verder de bibliografische samenhang tussen de delen gering, dan wordt ieder deel afzonderlijk beschreven onder zijn eigen hoofdwoord. Van een meerdelig werk dat bibliografisch wèl een eenheid vormt (uniforme typografie, dezelfde drukker, enzovoort) maar waarvan een of meer delen van een andere auteur dan de hoofdauteur zijn, wordt één beschrijving gemaakt met een annotatie in kmc 4201als 'Part 2 and 3 by Andreas Müller'. Een anoniem werk als 'De vermeerderde wyse jaerbeschryver', met als vervolg 'De verstandige huys-houder' en als deel 3 'Derde deel van de wyse jaer-beschryver. Dat is De ervaren landbouwer' wordt als één geheel beschreven, met een annotatie: 'Title part 2: De verstandige huys-houder'. Er komt ook een extra zoeksleutel in kmc 3261

We beschouwen iets in bibliografische zin als een tweede enz. deel volgens dezelfde regels als bij parts: eigen titelpagina met de deelvermelding, nieuwe paginering, nieuwe signering (eventueel in onderkast). Begint deel twee te signeren met 2A dan is er geen sprake van een nieuwe signering en dus ook niet van een meerdelige publicatie. (Bij werken in veel delen kan het voorkomen dat sommige delen wel opnieuw signeren en andere niet. In dat geval wordt elk deel als een nieuw deel opgevat, met de bijbehorende consequenties voor de kmc's 4712 en 2275.)

Een inhoudelijke verdeling van de tekst in meerdere delen (parts) hoeft niet gepaard te gaan of gelijk op te lopen met een bibliografische verdeling van het werk (in volumes, afgekort vols).

top