KB nationale bibliotheek

Hoofdstuk 4 / 5

Terug naar overzicht

Een interview met Jeroen de Boer

Jeroen is adviseur innovatie Bibliotheekservice Fryslân. Hij vertelt over onderzoeken en makerplaatsen.

‘In de periode 2017-2018 hebben we als Bibliotheekservice Fryslân twee keer kunnen putten uit de middelen van het Bestemmingsfonds Stelseltaken. We hebben een project gedaan rondom het visualiseren van linked open data, voortbouwend op ons project rondom de SocialMediacaster. In dat verband hebben we een prototype gemaakt over slavernijdata. De tweede, meest recente bijdrage - van vorig jaar - heeft betrekking op het project Impact door Connectie. Op een vo-school in Ferwert hebben we als POI, samen met de Bibliotheken Noord-Fryslân, met een groep leerlingen ideeën bedacht waarmee zij in hun fysieke omgeving iets konden verbeteren of veraangenamen. Behalve met de school werkten we samen met Keunstwurk, de provinciale ondersteuner op het gebied van amateurkunst. Zij hadden een regeling genaamd De Reis, onderdeel van Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad 2018. Wij waren hun eerste Reisproject. De beschikbare middelen konden we matchen met de Innovatieraadsubsidie, waardoor we twee weken lang in intensieve sessies met een groot team op de vo-school aan de slag zijn gegaan. De resultaten waren goed. De leerlingen kwamen met verrassende ideeën. Ook ouders deden mee. Ons mobiele FryskLab werd ingezet. De lokale bibliotheek participeerde. Zodoende ontstond er een dynamiek, die ertoe leidde dat de Bibliotheken Mar en Fean (Heerenveen, Sneek, e.o.) en andere bibliotheken lieten weten: dat willen wij ook.’

‘We zijn nu bezig de gebruikte methodiek te documenteren in een Wiki. Met als insteek: hoe maken we de best mogelijke versie van dit project en hoe kunnen we het zo goed mogelijk overdragen om het nog een stap verder te brengen? Ik hoop erop dat dit experiment uitgroeit tot een standaardaanbod.’

‘Stimuleringsgeld ontzettend belangrijk’

‘Ons eerste project is niet veel verder gekomen. Het was wel een goede vingeroefening om te kijken: hoe kun je iets abstracts als linked open data visueel maken, zodat mensen daar een gevoel bij krijgen. Zoals gezegd, konden we daarbij teruggrijpen op een project dat we al hadden gedaan, de SocialMediacaster, met een mooie interface en een team van goede programmeurs. Voor de SocialMediacaster kregen we in een eerder stadium geld vanuit het SIOB. Dan merk je opnieuw: zonder dat geld was het nooit tot stand gekomen. En wie weet waar de opgedane kennis of ervaringen in een later stadium nog terecht gaan komen. Voor innovatie is stimuleringsgeld ontzettend belangrijk.’

‘Het gaat bij projecten als deze niet om hemelbestormend hoge bedragen. De uitdaging schuilt erin met een som van beperkte omvang toch iets te realiseren wat de investering qua effect overstijgt. Belangrijk is de terugkoppeling van de diverse projecten. Presentaties waarbij de inspanningen een podium krijgen. Dat geldt ook voor de Innovatiebieb om ervaringen te delen. Valkuil binnen een decentraal stelsel is immers dat je her en der met dezelfde dingen bezig bent.’

‘Persoonlijk zou ik graag zien dat er meer dan nu werd ingezet op dingen die echt anders, echt vernieuwend zijn. Bij enkele door de Innovatieraad gesteunde projecten hadden mijn collega’s en ik de laatste keer, eerlijk gezegd, iets van: moet hier nog wel innovatiegeld naartoe? Bijvoorbeeld voor makerplaatsen. Die zijn er toch al? Ik snap wel dat men iedereen een kans wil geven om een keer mee te doen, maar ik zou altijd uitgaan van het beste voorstel. Tegen ons werd gezegd: jullie mogen de komende twee jaar geen aanvraag indienen, want jullie zijn al aan de beurt geweest. Ik hoop dat dit criterium er in de nieuwe innovatieregeling uitgaat.’

‘Als we wel konden meedoen, zou ik graag ons project OpenBibliotheekBadges voordragen. Hoe kun je inzichtelijk maken wat mensen leren in een bibliotheek? Wanneer we daarin slagen, zijn we meteen van het probleem af om onze relevantie aan te tonen. Met het aantonen van je impact bewijs je namelijk je bestaansrecht. Verder denk ik dat er veel geld beschikbaar zou moeten zijn voor opleidingen.’

Wat zou hij de KB en de overheid nog meer willen meegeven? ‘Behalve wat ik al zei over de criteria, pleit ik voor het “blind” insturen van projectvoorstellen. Niet weten wie de inzender is. Ook verdient het aanbeveling de groep die voorstellen beoordeelt sneller te laten rouleren en diverser van samenstelling te maken. Zelf zou ik best eens in zo’n commissie willen zitten. En, als schot voor open doel: als er meer geld bij kan, is dat altijd beter. Dat gebeurt nu deels al, zodat er met de nieuwe regeling ook grotere projecten ingediend kunnen worden. In plaats van maximaal 20.000 euro gaat het straks om 50.000 euro. Dat maakt echt verschil. Ik ben hartstikke blij met 10.000 euro voor een project, maar in de praktijk is dat geld zo op. Om een project als Impact door Connectie daadwerkelijk te verankeren, heb je het vier- of vijfvoudige nodig van het huidige subsidiebedrag. Nu is het in feite veel meer een startsubsidie. Ook niet onbelangrijk, maar voor echt duurzame implementatie is meer nodig.’

‘We zien in deze branche allemaal de noodzaak van innovatie. Werken aan iets dat er nog niet is, maar dat ons met z’n allen wel verder brengt. Daarvoor mag je de lat best hoog leggen.’

Terug naar overzicht