Tijdschriften

Aanvankelijk werden er in de STCN geen tijdschriften beschreven. De reden hiervoor was dat tijdschriften bibliografisch een lastige categorie vormen met een eigen beschrijfproblematiek. In 1995 is echter besloten om deze cultuurhistorisch zeer belangwekkende publicaties toch in de STCN op te nemen. Tijdschriften worden in de STCN summier beschreven, zodat ze op de belangrijkste titelelementen vindbaar zijn voor gebruikers, maar ze worden niet per aflevering of jaargang geanalyseerd. Hieronder volgt een voorlopige afbakening van het genre en een aanzet voor de beschrijfregels.

Onder tijdschriften wordt verstaan een in principe niet eindige reeks van publicaties die onder een vaste titel min of meer regelmatig verschijnt. De afleveringen zijn gewoonlijk voorzien van een verschijningsdatum en/of van een nummering. Ze kunnen doorsigneren en/of doorpagineren, maar dat hoeft niet. De titel kan wijzigingen ondergaan, maar niet van nummer tot nummer verschillen. Naast deze formele criteria weegt bovendien het inhoudelijke karakter mee bij de afbakening.

Herdrukken van tijdschriften die de vorm van een monografie gekregen hebben, worden als monografie beschreven.

Jaarlijks verschijnende publicaties als almanakken, overzichten van het stadsbestuur en dergelijke worden niet beschouwd als tijdschriften. Zulke `jaarboeken' worden waar nodig door middel van sorteertitels bij elkaar gebracht.

Een boek dat, met een al dan niet vaste frequentie, in afleveringen verscheen, met de bedoelding een eindige inhoud te gaan bevatten, wordt niet beschouwd als tijdschrift, maar als monografie en als zodanig beschreven. Als zichtbaar of bekend is dat het werk afleveringsgewijs verscheen, wordt aan de beschrijving een annotatie (kmc 4201) toegevoegd als: Published in instalments between May 1730 and March 1732.

Afzonderlijk verschenen werken met een eigen titel, die met een vaste frequentie worden gepubliceerd, worden niet beschouwd als tijdschrift. Als ze gebundeld zijn onder een verzameltitel, krijgen ze een `container'-beschrijving conform paragraaf 8 van de Handleiding.

Bij publicaties waarvan niet voldoende duidelijk is of ze zelfstandig zijn dan wel een aflevering vormen van een tijdschrift, wordt voorlopig de gebruikelijke STCN-beschrijving voor een monografie gemaakt, dus met volledige collatie en vingerafdruk. Wel wordt ook hier de vormdescriptor (kmc 651X) `tijdschriften' toegekend. De annotatie (kmc 4201) luidt hier Periodical?.

Beschrijfregels voor tijdschriften
Uitgangspunt voor de beschrijving is titelblad of colofon van de eerste jaargang, of, bij ontbreken daarvan, van de eerste aflevering.

Voor het weergeven van de naam van het tijdschrift gelden de gebruikelijke regels. Wijzigingen van en sterk afwijkende varianten op de naam worden in een annotatie vermeld en krijgen een extra zoeksleutel.

Tijdschriften worden anoniem beschreven, tenzij er een auteur is die bij voortduring een zeer groot aandeel levert in de inhoud. In dat (uitzonderlijke) geval komt de publicatie op zijn naam. Een redacteur wordt als secundaire auteur (kmc 301X) beschouwd. Bij meerdere redacteurs wordt alleen de eerste of belangrijkste in de beschrijving opgenomen, met de toevoeging `et al.'

De gebruikelijke impressumgegevens (kmc 4040) worden opgenomen. Wijzigingen in deze gegevens worden in een annotatie vermeld. Lijsten van verkooppunten, ook in de afzonderlijke afleveringen, worden op de gebruikelijke wijze verwerkt. Ook dan verdienen annotaties de voorkeur boven ingewikkelde constructies in kmc 4040.

Bij wijze van collatie (kmc 4060) wordt het aantal jaargangen of het aantal afleveringen opgegeven, bij voorbeeld: `12 vols' of `17 instalments'. Als het te beschrijven exemplaar niet compleet is, luidt de collatie bij voorbeeld: `7 non consecutive instalments (the rest is missing)'.

N.B.: Jaargangen lopen niet altijd parallel met inhoudelijk zo genoemde of bibliografisch zo te onderscheiden `delen'. Als het aantal delen afwijkt van het aantal jaargangen, maar wel met zekerheid vaststaat, dan kan dat in kmc 4000 worden vermeld: @Titel. : 22 parts; en in kmc 4064: 11 vols. Als de deelopbouw of het aantal delen onduidelijk is (b.v. door wisselingen van het aantal delen per jaargang, door afwezigheid van een nummering, door ontbrekende afleveringen enz.) wordt er geen poging gedaan een en ander te reconstrueren en wordt er op dit punt niets vermeld.

kmc 2275: Van tijdschriften wordt geen vingerafdruk gemaakt.
kmc 651X: Aan tijdschriften wordt de vormdescriptor 'tijdschriften' gegeven.
kmc 1200: De registratie van typografische kenmerken is als gebruikelijk.
kmc 0500: Luidt bij tijdschriften Acv.
kmc 7800: Op exemplaarniveau wordt altijd (ook indien compleet) vermeld welke afleveringen in een bibliotheek aanwezig zijn.
Het gebruik van auteurs- en drukkersthesaurus is normaal.

Ten behoeve van het dossier worden er fotokopieën gemaakt van de volgende pagina's: van de eerste titelpagina en/of het eerste colofon, en verder als de titel wijzigt, of de plaats van uitgave, of de drukker/uitgever, of het drukkersmerk (per uitgever). Als alleen het jaar van uitgave verandert, is er geen nieuwe kopie nodig. Van lijsten van boeken en advertenties (kmc 1200 e, f, g) wordt van ieder type (per uitgever) slechts de eerste gekopieerd; op de fotokopie wordt genoteerd: `meer'.

.