De Digitale Stad
Veel websites uit de begintijd van het internet zijn verloren gegaan, maar van 1 van de belangrijkste en meest toonaangevende platforms uit de jaren 90 - De Digitale Stad (DDS) - zijn de oorspronkelijke bestanden bewaard gebleven. De KB slaat deze webarcheologische overblijfselen op in ons zogenaamde webarchief. DDS is een topstuk van de KB.
Hoe is DDS in de KB-collectie terechtgekomen?
De oprichters van DDS realiseerden zich al gauw dat ze echt iets bijzonders hadden neergezet met DDS, en maakten een zogenaamde freeze in 1996. De data tapes met de website zoals die er in 1996 uitzag, verdwenen een aantal jaar uit beeld. Maar vanaf 2011 startte het Amsterdam Museum met een project om DDS te laten herleven – en kwam niet alleen de freeze tevoorschijn, maar ook delen van de inmiddels al zwaar verouderde hard- en software die nodig was om de bestanden te kunnen draaien.
Na afloop van het project bleek het lastig de duurzame opslag van de bestanden te organiseren. Omdat de KB veel ervaring heeft met webarcheologie en digitale duurzaamheid is de data – in goed overleg met de Stichting DDS Erfgoed - toen bij de KB terecht gekomen.
Wat is er zo bijzonder aan?
Dus wat is er eigenlijk bijzonder aan DDS als collectie? Ten eerste moet natuurlijk genoemd worden dat het de eerste publieke toegang tot het internet was voor Nederland. Het is daarmee ook een van de oudste platforms van ons webarchief.
Maar het is ook interessant omdat het zo’n zichtbaar platform was. In de collectie van de KB is er dan ook veel informatie te vinden dat de collectie in context plaatst. In Delpher bijvoorbeeld kan je krantenartikelen vinden over DDS met daarin interviews met de oprichters, de ervaringen van eerste gebruikers en ook commentaar van mensen die een minder positieve ervaring hadden met DDS.
Bijvoorbeeld omdat de telefoonlijn bezet was. Ook de manier waarop de collectie tot stand is gekomen is bijzonder te noemen: tijdens zogenaamde Gravediggers parties hebben oud-gebruikers materiaal rondom DDS dat ze nog thuis hadden liggen gedeeld met de stichting. Dit is ook in de collectie terecht gekomen. Behalve de website zelf hebben we dus ook bijvoorbeeld foto’s van het DDS-kantoor en oude ontwerpen van de website die nooit zijn gebruikt.
Hoe kunnen we dit het best bewaren?
Om DDS voor de lange termijn duurzaam toegankelijk te houden is het nodig dat we de materiële aspecten van DDS technisch preserveren maar dat we daarnaast ook het gedachtegoed rondom DDS als context-informatie beschikbaar maken. Technisch zit DDS gecompliceerd in elkaar omdat het oorspronkelijke materiaal bestaat uit bestanden die gemaakt waren voor een heel specifieke en inmiddels verouderde hardware-architectuur bestaande uit meerdere servers.
Groepen studenten zijn hier een aantal jaar geleden mee aan de slag gegaan en hebben twee versies van DDS gemaakt die weer werken op moderne hardware. De ene versie is gebaseerd op de originele code terwijl de andere versie deels is gebaseerd op nieuwere code. Welke versie is nu de ‘echte’? Welke is toegankelijker? Vinden we authenticiteit het belangrijkst of toegankelijkheid? Deze vragen moeten we gaan uitzoeken de komende tijd.
We willen DDS uiteindelijk beschikbaar kunnen maken voor onderzoekers in het KB Data-lab maar er moeten ook goede afspraken gemaakt worden omdat er privacy-gevoelige informatie aanwezig kan zijn in de data. Ook willen aan een museale presentatie van de Digitale Stad gaan werken.