De Digitale Stad

Veel websites uit de begintijd van het internet zijn verloren gegaan, maar van 1 van de belangrijkste en meest toonaangevende platforms uit de jaren 90 - De Digitale Stad (DDS) - zijn de oorspronkelijke bestanden bewaard gebleven. De KB slaat deze webarcheologische overblijfselen op in ons zogenaamde webarchief. DDS is een topstuk van de KB. 

Wat is De Digitale Stad?

DDS werd in 1994 opgericht als eerste online gemeenschap van Nederland. Daarvóór was toegang tot internet voorbehouden aan bedrijven en universiteiten. Met de lancering van DDS konden voor het eerst ook particulieren op eenvoudige wijze toegang krijgen tot dit nieuwe medium. 

DDS had als doel om mensen kennis te laten maken met de mogelijkheden van het internet. Gebruikers konden gratis een account aanmaken en kregen daarmee ook de mogelijkheid om een eigen ‘huis’, een home-page te bouwen in DDS. Omdat het internet nieuw was en ze de toegang zo laagdrempelig mogelijk wilden maken kozen de oprichters ervoor om zo min mogelijk technische termen te gebruiken. 

In plaats daarvan gebruikten ze metaforen gebaseerd op de fysieke stad. Het concept sloeg zo goed aan, dat er vele andere digitale steden volgden, zowel in Nederland als in de rest van de wereld. In 2001 is DDS uiteindelijk gestopt omdat het niet langer mogelijk was om op te bieden tegen marktpartijen die internet aanboden.

Hoe is DDS in de KB-collectie terechtgekomen?

De oprichters van DDS realiseerden zich al gauw dat ze echt iets bijzonders hadden neergezet met DDS, en maakten een zogenaamde freeze in 1996De data tapes met de website zoals die er in 1996 uitzag, verdwenen een aantal jaar uit beeld. Maar vanaf 2011 startte het Amsterdam Museum met een project om DDS te laten herleven – en kwam niet alleen de freeze tevoorschijn, maar ook delen van de inmiddels al zwaar verouderde hard- en software die nodig was om de bestanden te kunnen draaien. 

Na afloop van het project bleek het lastig de duurzame opslag van de bestanden te organiseren. Omdat de KB veel ervaring heeft met webarcheologie en digitale duurzaamheid is de data – in goed overleg met de Stichting DDS Erfgoed - toen bij de KB terecht gekomen.

Wat is er zo bijzonder aan?

Dus wat is er eigenlijk bijzonder aan DDS als collectie? Ten eerste moet natuurlijk genoemd worden dat het de eerste publieke toegang tot het internet was voor Nederland. Het is daarmee ook een van de oudste platforms van ons webarchief. 

Maar het is ook interessant omdat het zo’n zichtbaar platform was. In de collectie van de KB is er dan ook veel informatie te vinden dat de collectie in context plaatst. In Delpher bijvoorbeeld kan je krantenartikelen vinden over DDS met daarin interviews met de oprichters, de ervaringen van eerste gebruikers en ook commentaar van mensen die een minder positieve ervaring hadden met DDS. 

Bijvoorbeeld omdat de telefoonlijn bezet was. Ook de manier waarop de collectie tot stand is gekomen is bijzonder te noemen: tijdens zogenaamde Gravediggers parties hebben oud-gebruikers materiaal rondom DDS dat ze nog thuis hadden liggen gedeeld met de stichting. Dit is ook in de collectie terecht gekomen. Behalve de website zelf hebben we dus ook bijvoorbeeld foto’s van het DDS-kantoor en oude ontwerpen van de website die nooit zijn gebruikt.

Wat was het gedachtegoed achter DDS?

Het zijn niet alleen de materiële artefacten van de website die van historisch belang zijn. DDS is ook van groot cultureel belang vanwege het gedachtegoed dat erachter zat. De oprichters van DDS vonden het belangrijk dat internet een publiek karakter zou hebben en dat het dus niet gecontroleerd zou worden door de politiek of het bedrijfsleven. 

Ze geloofden bijvoorbeeld sterk in regulatie door de gebruikersgemeenschap zelf en waren dan ook zeer terughoudend in het modereren van content binnen nieuwsgroepen. Internet in de jaren 90 was gekenmerkt door een groot optimisme over de mogelijkheden van de techniek en de veranderingen die dit teweeg zou brengen. Het idee van de virtuele gemeenschap was nieuw en werd gezien als de oplossing voor bepaalde sociale problemen. 

Het interessante is dat we dergelijke verwachtingen rondom techniek steeds weer terug zien komen. Het idee dat bepaalde technologie de maatschappij geheel zal veranderen zien we nu weer terug bij AI maar ditzelfde werd bijvoorbeeld ook gedacht bij de introductie van kabeltelevisie in de jaren 70. 

DDS geeft ons de kans om te kijken welke van deze verwachtingen uiteindelijk uit zijn gekomen en welke een illusie zijn gebleken. Dit geeft ons misschien ook inzicht in wat wel en niet realistisch is om te verwachten van toekomstige technologische ontwikkelingen.

Hoe kunnen we dit het best bewaren?

Om DDS voor de lange termijn duurzaam toegankelijk te houden is het nodig dat we de materiële aspecten van DDS technisch preserveren maar dat we daarnaast ook het gedachtegoed rondom DDS als context-informatie beschikbaar maken. Technisch zit DDS gecompliceerd in elkaar omdat het oorspronkelijke materiaal bestaat uit bestanden die gemaakt waren voor een heel specifieke en inmiddels verouderde hardware-architectuur bestaande uit meerdere servers. 

Groepen studenten zijn hier een aantal jaar geleden mee aan de slag gegaan en hebben twee versies van DDS gemaakt die weer werken op moderne hardware. De ene versie is gebaseerd op de originele code terwijl de andere versie deels is gebaseerd op nieuwere code. Welke versie is nu de ‘echte’? Welke is toegankelijker? Vinden we authenticiteit het belangrijkst of toegankelijkheid? Deze vragen moeten we gaan uitzoeken de komende tijd. 

We willen DDS uiteindelijk beschikbaar kunnen maken voor onderzoekers in het KB Data-lab maar er moeten ook goede afspraken gemaakt worden omdat er privacy-gevoelige informatie aanwezig kan zijn in de data. Ook willen aan een museale presentatie van de Digitale Stad gaan werken.

Meer weten?

Sophie Ham
Conservator Digitale Collecties
Daniel Steinmeier
Digital Preservation Officer