In de laatste decennia van de twintigste eeuw leefde het vrolijke vooruitzicht van de millenniumwisseling onder de gehele bevolking. Maar er waren ook zorgen. Zouden wereldwijde computerstoringen zorgen voor totale chaos? In de boeken, tijdschriften, kranten en websites van de KB-collectie zijn de ontwikkelingen rond de millenniumbug goed te volgen.

 

Ronde jaren spreken tot de verbeelding. Onze hersenen vinden dat ook lekker makkelijk, die ‘hele’ getallen die eindigen op 0 of 5. De Romeinen hadden al de gewoonte iedere 5 jaar een ‘reinigingsoffer’ te brengen. Dat noemden ze een lustrum, en dat is dan ook de term geworden om een periode van 

5 jaar aan te duiden. Zo’n lustrum of kroonjaar is meestal een feestelijk moment: we vieren dan ook graag zilveren dienstverbanden (25 jaar) en gouden huwelijken (50 jaar).

Een Jubeljaar

Naarmate de 20e eeuw vorderde, gingen mensen zich steeds meer verheugen op een heel uniek lustrum, het grootste, rondste jaartal in eeuwen, een Jubeljaar volgens de Katholieke kerk: het jaar 2000. Sinds het begin van onze jaartelling hadden we pas één keer eerder zo’n millenniumwisseling meegemaakt - maar toen hadden veel mensen daar helemaal geen benul van, want de christelijke jaartelling was nog helemaal niet zo wijdverbreid en de meeste mensen konden niet lezen of schrijven.

Maar in de laatste decennia van de twintigste eeuw leefde het vrolijke vooruitzicht van de millenniumwisseling onder de gehele bevolking. In 1983 zong Prince al “So tonight I’m going to party like it’s 1999” en in de jaren ’90 volgden bands als Pulp (Disco 2000 uit 1995) en zangers als Robbie Williams (Millennium uit 1998) met nummers over de millenniumwisseling en het iconische jaartal 2000. Toekomstvoorspellers draaiden overuren, extra grote nieuwjaarsfeesten werden georganiseerd. NPO Radio 2 begon met de allereerste Top 2000.

Zorgen: algehele black-out

Maar er waren ook zorgen. Grote zorgen zelfs. Kerncentrales zouden ontploffen, vliegtuigen zouden uit de lucht vallen, elektriciteitscentrales zouden kapotgaan, en wereldwijde computerstoringen zouden optreden. Dus geen stroom, geen pinbetalingen, geen communicatie. Op 1 januari 2000 zou een algehele black-out optreden met de complete ontwrichting van de samenleving als gevolg. Een soort Armageddon, het begin van het Einde der Tijden, de Apocalyps.

En dat alles niet door Goddelijke Interventie maar door een klein stukje code in de software van onze computers. In al onze computers. Want door de oprukkende automatisering en digitalisering in de tweede helft van de 20e eeuw waren het computers die de kern- en elektriciteitscentrales aanstuurden en controleerden, waarop de banken en ons betalingsverkeer draaiden, evenals de ziekenhuizen, de stoplichten en steeds meer huishoudelijke apparaten. Dus als er iets mis was met de software van die computers zou dat ons enorm raken - in alle aspecten van ons leven. En er leek echt iets mis. 

Datumvelden in software

Dat zat zo. Alle softwareprogramma’s in computers hebben een datumveld. Een ingebouwde datum is nuttig, want dan kan de computer uitrekenen op welke dag de rente bijgeschreven moet worden, hoe laat het is op de beurs in Tokyo, of op welke dag de kerncentrale onderhoud nodig heeft. Maar in de meeste gevallen werd het jaartal in die software aangeduid met twéé cijfers - en niet met vier. 

Dus computerprogramma’s noteerden twaalf maart negentienachtennegentig als 12-03-98. En niet als 12-03-1998. Dat was ooit - in de tijd van de ponskaart nog - zo bedacht toen geheugenruimte schaars was. Naarmate de jaren negentig vorderden, groeide de vrees dat de computers de overgang naar het jaar 2000 (00) niet goed zouden kunnen maken en de eerste dag van 2000 zouden interpreteren als 1 januari 1900. Met alle dramatische en verstrekkende gevolgen van dien.

Millenniumbug

Dit probleem is ook bekend geworden als het millenniumprobleem, de millenniumbug of in internationale context, de Y2K-bug (‘Y’ als afkorting van year, en ‘K’ als afkorting van kilo, 1000, dus). 

In de jaren 70 en 80 waren er incidenteel mensen geweest die waarschuwden voor dit probleem, maar omdat het jaar 2000 toen nog ver weg leek en men in de veronderstelling verkeerde dat tegen die tijd de software wel vervangen zou zijn, werd daar niet echt veel aandacht aan besteed. Tot 1991. De Canadese programmeur Peter de Jager trok toen de wereld in om te waarschuwen voor de millenniumbug en kreeg steeds meer gehoor, vooral na publicatie van zijn Doomsday 2000 artikel in 1993.

Het millenniumprobleem in de KB-collectie

In de boeken, tijdschriften, kranten en websites van de KB-collectie zijn de ontwikkelingen rond de millenniumbug goed te volgen. Aanvankelijk is het millenniumprobleem vooral iets waar IT-ers het over hebben, zoals in het vakblad Automatiserings Gids (met klinkende titels als 'Operatie 2000 in handen van ongeschoolden?' door J. Kloeze in 1997). 

Maar ook kranten en publiekstijdschriften gingen er steeds meer over schrijven - zeker naarmate 2000 steeds dichterbij kwam. Zo legde NRC Handelsblad een apart dossier aan op zijn website over het millenniumprobleem. Op 20 november 1996 kopte de krant: 'Eeuwwisseling in computers kost het rijk half miljard'. Het zou uiteindelijk oplopen tot 20 miljard gulden - een bedrag dat in hetzelfde artikel door staatssecretaris Kohnstamm nog “volstrekt ondenkbaar” wordt genoemd.

Paniekreacties

De Groene Amsterdammer plaatste eind 1998, begin 1999 een interessante mailwisseling tussen internetpionier Marianne van den Boomen en schrijfster én computerprogrammeur Karin Spaink over de vraag: is al die ‘millenniumpaniek’ nu terecht of niet? Van den Boomen noemt een aantal zaken waardoor mensen baat zouden kunnen hebben bij het opkloppen van het probleem, zoals de financiële dienstverlening die toch al systemen moest gaan aanpassen naar de euro: kunnen meeliften op de overheidssubsidies voor Y2K- aanpassingen is dan wel zo handig.

Ook zijn er altijd al mensen geweest die bij het minste of geringste een complot ontwaren of het einde der tijden verwachten. Maar: “Nieuw is het domino-effect van een wereldwijde netwerkeconomie. Nieuw is de mediacultuur, waardoor een paar lokale crashes voor wereldwijde paniekreacties kunnen zorgen.”

Psychologische ramp

Datzelfde aspect, de maatschappelijke en persoonlijke gevolgen van een potentiële black-out op 1 januari 2000, staat centraal in Bit Bang: in de schaduw van het millennium uit 1998 van Luc Sala. Daarin wordt gewaarschuwd voor de ‘psychologische ramp’ die de millenniumwisseling met zich mee zou kunnen brengen. 

Ook het boek met de niet zo hoopvolle titel De millennium bom, 1 januari 2000, de dag waarop alles stilstond van Yvette Cramer en Robert van Weperen uit hetzelfde jaar zit op dat spoor. De achterflap luidt: “Naar de mening van de auteurs wordt het Millennium-probleem veel te vaak voorgesteld als een technisch probleem, waar alleen het bedrijfsleven en de overheid mee worstelen. In dit boek daarom aandacht voor de gevolgen buiten de kantoormuren: wat kan er thuis allemaal misgaan? En wat kun je er aan doen?” 

Overheid komt in actie

Ondertussen was de overheid na aanvankelijke terughoudendheid ook volop in actie gekomen. In juli 1997 werd het Landelijke Millennium Platform opgericht om het bedrijfsleven klaar te stomen voor de grote operatie. Terwijl de website (www.mp2000.nl) laadde, kreeg de bezoeker in rode letters te lezen: “De tijd dringt!” 

Ook kwam het ministerie van Binnenlandse Zaken met een eenmalig editie van een speciale millenniumkrant. Maar liefst 7,4 miljoen huishoudens ontvingen deze krant in juni 1999, vol met tips hoe mensen zelf hun konden testen of de software op hun computers al millenniumproof was. “Veel is klaar, maar veel moet nog gebeuren”, staat dikgedrukt boven het centrale artikel. De vraag of Nederland écht klaar is voor de millenniumwisseling wordt nergens echt volmondig met ja beantwoord.

De jaarwisseling

Op 31 december 1999 zijn er – ondanks de vele computers die aangepast zijn – dan ook de nodige mensen die hun hart vasthouden op oudjaarsdag. Maurice de Hond heeft in de Volkskrant op 29 december nog geroepen dat hij vindt dat de overheid te weinig heeft gedaan, dan mensen ‘kaarsen, water, voedsel en brandhout’ moeten hamsteren. 

Die oproep herhaalt hij op televisie - en sommige mensen worden nu toch onrustig. Alle vluchten zijn geschrapt op nieuwjaarsdag, het leger staat klaar en de ziekenhuizen hebben hun noodaggregaten dubbel gecheckt. In Nieuw-Zeeland wordt het 1 januari 2000. En om Herman Brusselmans te parafraseren: dan gebeurt er plotseling niets.

'Begin zonder storing' kopt het Algemeen Dagblad op maandag 3 januari - de eerste werkdag van het nieuwe millennium: “De millenniumbug blijkt onschadelijk. Naar het zich laat aanzien, hebben zich nergens ter wereld ernstige computerstoringen voorgedaan als gevolg van de overgang op het jaar 2000. In Nederland is zelfs helemaal niets gebeurd. Toch worden suggesties dat het probleem is overschat van de hand gewezen.” 

Voorzorgsmaatregelen: terecht of niet?

Het is nog altijd niet helemaal duidelijk hoe reëel en omvangrijk een millenniumprobleem zou zijn geweest als we niets hadden gedaan. Waar de balans ligt tussen verstandige voorzorgsmaatregelen en overtrokken paniekreacties is moeilijk te zeggen. 

Computerhistoricus (en museumdirecteur) Bart van den Akker vertelde vorig jaar aan Omroep Brabant dat er vooral veel geld is verdiend door bedrijfjes die op grote schaal wel even computers millenniumproof zouden maken. Hij noemt het ‘misbruik van de onwetendheid van mensen’.

Volgend lustrum: 2030

Inmiddels hebben AI-onderzoekers (of profeten?) voor het komende lustrum van de wereld – 2030 dus - ruige voorspellingen gedaan, zo zou dan nog maar een derde van alle werkzaamheden door mensen worden uitgevoerd. Laten we hopen dat we dan opnieuw kunnen concluderen dat de ophef niet (geheel) terecht was.

Meer weten?

Sophie Ham
Conservator Digitale Collecties
Sophie Ham