Websites en sociale media zijn bronnen voor historisch onderzoek en moeten daarom goed bewaard blijven. Om dit mogelijk te maken, moet de wet in Nederland worden aangepast. Martijn Kleppe, directieteamlid van de KB, en Susan Aasman, hoogleraar Digital Humanities aan Rijksuniversiteit Groningen, leggen uit waarom dit belangrijk is.
"Hoera, onlangs maakte Unesco bekend dat het De Digitale Stad opgenomen heeft in het register Memory of the World, waar eerder al het dagboek van Anne Frank en de VOC Archieven in zijn opgenomen. De Digitale Stad werd in 1994 opgericht als 1 van de eerste online gemeenschappen. Het was in die beginjaren van het internet dé manier om internet voor iedereen laagdrempelig en toegankelijk mogelijk te maken. Er waren winkels, een postkantoor, metro en deelnemers konden met elkaar chatten en deelnemen aan online evenementen.
Alles wat we nu normaal vinden op internet, en waarvan Unesco terecht opmerkt dat het een belangrijke mijlpaal is in de geschiedenis van het internet en digitale cultuur in Nederland en de wereld. Met veel moeite zijn restanten van de Digitale Stad veilig gesteld.
De uitdagingen van digitaal erfgoed bewaren
Unesco herinnert ons eraan hoe belangrijk het is dat we zuinig omgaan met dit soort digitaal erfgoed. Merkwaardig genoeg verwaarlozen we in Nederland ons internetverleden. In tegenstelling tot de landen om ons heen is de wetgeving in Nederland zo ingericht dat het niet toegestaan is om zomaar websites of sociale media op te slaan. Erfgoedinstellingen zoals de KB en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid doen weliswaar aan webarchivering. Maar voor elke website die ze opslaan moeten ze toestemming vragen aan de eigenaar en vervolgens mogen ze de websites slechts beperkt beschikbaar stellen aan onderzoekers.
Dit is veel te arbeidsintensief, met als gevolg dat heel veel online bronnen inmiddels vergaan zijn. Inderdaad: vergaan, want het internet vergeet gemakkelijk het eigen verleden. Een gemiddelde webpagina is 90 dagen online en wordt daarna weer aangepast of helemaal verwijderd. Hyves, 1 van de eerste Nederlandse socialemediaplatformen is nagenoeg voorgoed verdwenen.
Het gaat echter niet alleen om bijzondere internet fenomenen uit het recente verleden, maar denk ook aan alle websites waar geschreven wordt over de klimaatcrisis, populisme, woningnood, Groningse gascrisis of toeslagenaffaire. Het is soms lastig voor te stellen maar de websites, fora, reacties, tweets en video’s van vandaag zijn de bronnen van onderzoekers van morgen.
Het belang van goed webarchiveren
Al die kennis en meningen gaan voorgoed verloren wanneer we geen actie ondernemen. Een deel van dit soort websites wordt opgeslagen door bedrijven die het weer verkopen om bijvoorbeeld het online imago van bedrijven en organisaties te kunnen monitoren. En het Amerikaanse Internet Archive stelt je in staat om van een deel van de websites te bekijken hoe ze er vroeger uitzagen.
Maar we moeten het bewaren van dit soort informatie niet overlaten aan commerciële bedrijven of buitenlandse instellingen. Denk maar aan de overname van Twitter door Elon Musk. Het platform is van hem en wanneer hij besluit Twitter offline te halen is dat zijn goed recht. Met als consequentie dat alle tweets zo maar verloren zouden kunnen gaan. En met die tweets verliezen we ook een deel van onze geschiedenis, zoals bijvoorbeeld de jaren van de pandemie toen het maatschappelijke debat over de maatregelen op het scherpst van de snede werd gevoerd op Twitter door wetenschappers, journalisten, maar ook bezorgde ouders en ideologische tegenstanders. Het wordt daarom hoog tijd dat we digitaal erfgoed zoals websites en sociale media beschouwen als ons nationaal erfgoed.
We hebben dan ook dringend aangepaste wetgeving nodig zodat erfgoedinstellingen in staat zijn om digitale publicaties zoals websites op structurele basis op te kunnen slaan. Wetenschappers van de UvA pleitten hier al eerder voor, ook om het recht op vrijheid van meningsuiting, informatievrijheid en recht op wetenschap te waarborgen.
Door De Digitale Stad als erfgoed uit te roepen houdt Unesco ons een spiegel voor waaruit blijkt dat de noodzaak voor verbeterde wetgeving groter is dan ooit. Het is nu aan de regering en Tweede Kamer om hier ook echt werk van te maken zodat toekomstige generaties de (online) wereld van nu kunnen onderzoeken en begrijpen."
Een bewerking van dit opiniestuk stond op 25 mei 2023 in de Volkskrant.