Pop-ups en andere bijzondere boekvormen

De collectie pop-ups en andere bijzondere boekvormen in het kort

  • Inhoud: grote verzameling kinderboeken met pop-ups, draaischijven, trekprenten en andere beweegbare onderdelen.
  • Omvang: duizenden kinderboeken, waaronder 1.100 pop-ups.
  • Toegang: vindbaar via de KB-catalogus en het Centraal Bestand Kinderboeken (CBK). Ter inzage in de leeszaal Bijzondere Collecties en de algemene leeszaal. De boeken worden niet uitgeleend.
  • Meer informatie: Karin Vingerhoets.

Inhoud van de collectie pop-ups en andere bijzondere boekvormen

De collectie pop-ups en andere bijzondere boekvormen is een grote verzameling bijzondere kinderboeken. Ze hebben pop-ups, draaischijven, trekprenten en andere beweegbare onderdelen. Verder zijn er bijvoorbeeld kinderboeken in de vorm van een dier of huisje. Er zijn ook kinderboeken met platen met opgeplakte kleertjes van textiel en doosjes waarin miniboekjes worden bewaard. We noemen dit ook wel bijzondere boekvormen.

Bijzondere boekvormen zijn boeken die door hun vorm meer zijn dan 2 kaften (platten) met pagina’s ertussen, bijvoorbeeld omdat de pagina’s als een harmonica zijn gevouwen of omdat een gedeelte van een illustratie naar voren komt bij het openen van het boek. Bijzondere boekvormen zijn doorgaans kwetsbare boeken, die door gebruik gemakkelijk kapot kunnen gaan of incompleet kunnen raken, zeker als het kinderboeken betreft.

  • Elise van Calcar, Nooit uitgekeken, uit de reeks Wonderboeken voor ’t jonge Nederland. Van Egmond & Heuvelink (1873).

Geschiedenis van de collectie pop-ups en andere bijzondere boekvormen

Technische onderdelen als draaischijven, flap- en vouwprenten bestonden al lang voordat ze in kinderboeken gebruikt werden. Al meer dan 700 jaar hebben boekontwerpers geprobeerd om de grenzen van het tweedimensionale boek op te rekken door bijvoorbeeld flapjes toe te voegen of draaiende delen te gebruiken om de (wetenschappelijke) tekst te ondersteunen. 

De werken van Apianus zijn de vroegste bewaard gebleven voorbeelden van boeken met draaischijven. Al in 1345 werden anatomische illustraties voorzien van flappen die opgetild konden worden om verborgen delen van het lichaam te onthullen. Pas in de 19e eeuw werd het gebruik van beweegbare delen gangbaar voor kinderboeken.

De komst van de harlequinades

De Londense uitgever Robert Sayer maakte vanaf 1765 ‘turn-up books’ die speciaal gericht waren op vermaak. De illustraties konden mee veranderen met het verhaal. Deze publicaties bestaan uit 1 vel papier dat in vieren gevouwen wordt en dan opengesneden, zodat er 2 rijen flappen ontstaan die geopend en gesloten kunnen worden. Deze vorm wordt ook wel ‘harlequinade’ genoemd, naar de toneelstukken met avonturen van Harlequin die vaak het onderwerp waren voor dit soort uitgaven.

Robert Sayer publiceerde 15 van zulke boeken, die zeer populair waren en vaak werden gekopieerd door andere uitgevers, ook in het buitenland. Nederlandse voorbeelden zijn voor zover bekend helaas niet overgeleverd.

Aankleedpoppenboeken

Aan het begin van de 19e eeuw maakten S. en J. Fuller in Londen 'aankleedpoppenboeken'. In 5 jaar tijd brachten zij wel 15 van deze boeken uit. Bij elk boek zit een handgekleurde papieren pop die aangekleed kan worden met uitgeknipte kleertjes. De bekendste titel is The history of little Fanny. Fanny is een nietsnut die haar tijd verspilt aan spelen met haar poppen. Ze gaat naar het park en wordt daar beroofd van haar kleding. Als je het boek leest kun je dit naspelen door de papieren pop uit te kleden. Bij elke gebeurtenis daarna krijgt Fanny een bijpassende outfit aan. Aan het einde houdt Fanny in plaats van haar nutteloze pop een boek vast. 

10 jaar laten verschenen 2 soortgelijke uitgaven in Nederland. Eerst was daar De weldadige Louize of het meisje in zesderlei gedaanten. Je kunt Louize verschillende outfits aandoen die passen bij het verhaal. Er was ook een variant met een jongen in de hoofdrol: De schalksche Willem in zesderlei gedaanten.

  • De weldadige Louize, of Het meisje in zesderlei gedaanten (1827)

Insteekboeken

Aan het begin van de 19e eeuw verschenen de eerste 'insteekboeken' op de markt. Bij deze boeken zitten losse figuurtjes die in een gleufje in de prenten van het boek passen. Een vroeg voorbeeld van een Nederlandse uitgave is het Fabel-spel voor de jeugd. Het leesboek bevat 20 fabels en een losse prent van een landschap met gleufjes. Daarin passen 20 zorgvuldig gemaakte figuurtjes. Achterin het boekje zit een uitvouwbaar blad waarop alle fabels in het klein zijn afgedrukt. Het kind kan zo zien hoe de figuurtjes bij elk fabel geplaatst moeten worden. De KB heeft 2 exemplaren van dit boek, maar beiden zijn incompleet. Bij het ene boek ontbreekt het landschap, bij het andere ontbreken de figuurtjes.

De nieuwe rijschool

De nieuwe rijschool geldt als het eerste beweegbare Nederlandse kinderboek. Tot 10 jaar geleden was het bestaan van dit prentenboek bij boekhistorici bekend, maar niemand had het ooit gezien. Tot er een exemplaar opdook op een veiling. De KB heeft het daar kunnen kopen en Theo Gielen heeft toen een artikel over dit bijzondere prentenboek gepubliceerd in De Boekenwereld.

In het prentenboek staan 6 platen van dieren en hun berijders. Het dier bestaat uit 2 delen: de achterkant staat in het boek gedrukt en de voorkant is een los onderdeel dat met een lipje in een gleufje in de plaat is gestoken. Ook de berijder bestaat uit 2 losse onderdelen met lipjes, een bovenkant en onderkant. De losse onderdelen zijn zo gemaakt dat ze op talloze manieren met elkaar gecombineerd kunnen worden tot komische wezens.

Het is voor het eerst dat het speelelement van insteken en combineren belangrijker is dan de teksten van een boek.

Cosmorama voor de jeugd

Cosmorama voor de jeugd

In Cosmorama voor de jeugd wordt op een andere manier gebruik gemaakt van insteekplaatjes. De grote afbeelding in het boek is een kiosk. Het verhaal gaat over een meisje dat steeds een ander plaatje achter de opening in de kiosk schuift. Er is zo steeds iets anders te zien: een bloemenvaas, een meisje dat vlinders vangt, of een mandolinespeler. Het kind kan meespelen door zelf ook de losse kaartjes in de tekening te schuiven. In het boek staan verschillende verhalen, allemaal met een eigen plaat en bijbehorende losse kaartjes. 

Hoofdenboeken

Vanaf 1840 gingen de ontwikkelingen op het gebied van bijzondere boekvormen erg snel. Op verschillende plaatsen in Europa werden bijzondere kinderboeken op de markt gebracht, zoals de 'hoofdenboeken'. Op de binnenkant van het achterplat is een afbeelding van een hoofd aangebracht. Alle pagina's hiervoor hebben een gat waardoor je het hoofd kunt zien. Dit kan een 2D-afbeelding zijn maar zelfs een hoofd in 3D, gemaakt van papier-maché of gebakken klei.

Vanwege de ouderdom zijn zulke 3D-hoofdjes intussen meestal erg beschadigd. Daardoor hebben ze een wat lugubere uitstraling. In Nederland gaven de Gebroeders Belinfante in Den Haag in 1 jaar 4 van zulke hoofdenboeken uit. 

Stofboeken

In de jaren 60 van de 19e eeuw verscheen een nieuw soort kinderboeken: de zogenaamde 'stofboeken'. Uitgever A. Tjaden uit Deventer publiceerde Lina het vermiste kind en Rudolf en Suzanna. De afgebeelde hoofdpersonen dragen kleding van echt textiel. Op de platen zijn zorgvuldig kleine stukjes stof geplakt. Dit zorgt voor een driedimensionaal effect. Er zijn in Nederland 3 van zulke stofboeken bekend. Deze zijn allemaal gebaseerd op Engelse voorbeelden.

Vroege pop-up boeken

Roodkapje van de gebroeders Belinfante is een vroeg voorbeeld van een pop-up boek. Er zijn 8 bladen met uitgesneden voorstellingen in steendruk. De illustraties bestaan ieder uit 3 litho's die met een lintje met elkaar verbonden zijn. De litho's kunnen omhoog geklapt worden zodat ze achter elkaar komen te staan. Dit zorgt voor diepte in de afbeelding. De techniek van de pop-up werd bedacht door Dean & Son. Zij gebruikten dit voor de reeks 'New scenic books', bestaande uit Roodkapje, Robinson Crusoe, Assepoester en Aladdin.

  • Gebroeders Belinfante, Roodkapje (1865).

Trekprentenboeken

De boerderij: nieuw beweegbaar prentenboek doet zijn naam eer aan. De platen in dit prentenboek zijn voorzien van losse onderdelen die op 1 punt zijn bevestigd, zodat ze kunnen scharnieren. Door middel van een trekstrip kun je een bepaald gedeelte van de voorstelling laten bewegen, of zelfs 2 onderdelen tegelijk. De arm van de zaaier zwaait, varkenskoppen en poezenstaarten bewegen en werktuigen zoals de zeis gaan op en neer. 

Jaloezieboeken

In de jaren 70 en 80 van de 19e eeuw waren beweegbare kinderboeken op hun hoogtepunt. Telkens wat anders is een zogenaamd 'jaloezieboek'. Elke illustratie bestaat eigenlijk uit 2 verschillende afbeeldingen. Deze zijn in stroken gesneden en in elkaar geschoven zodat de ene afbeelding de andere afdekt. Als je aan een kartonnen strip onderaan de pagina trekt schuift de ene afbeelding over de andere. 

Het exemplaar in de KB is helaas niet in goede staat. Het voordeel is wel dat je daardoor kunt zien hoe de techniek er aan de achterkant uitziet. Dit prentenboek is gemaakt naar voorbeeld van Dean and Son's New book of dissolving pictures.

Asschepoester

Asschepoester

De bladzijdes in het 'groeipaginaboek' Asschepoester zijn verschillend van breedte. Zo blijft een deel van de afbeelding zichtbaar als je de pagina omslaat maar is er ook iets nieuws te zien. 

De onderstaande afbeeldingen laten zien hoe er plotseling een fee verschijnt als je de pagina omslaat. De rest van de afbeelding met de rug van Assepoester en haar krukje blijft hetzelfde. Op het omslag noemt de uitgever dit een 'tooverboek'.

Lothar Meggendorfer: een meester in beweging

Lothar Meggendorfer was een Duitse illustrator die beroemd is om zijn vele bijzondere boekvormen. Hij heeft zo'n 100 boeken gemaakt die vol slimme technieken zitten. Zijn 'schimmenspelboeken' zijn er een voorbeeld van: door aan een lipje te trekken kun je een onderdeel laten bewegen. Soms kun je door 1 lipje te bewegen verschillende onderdelen tegelijk in beweging zetten. Voorin de boeken liet Meggendorfer vaak een versje drukken, waarin de lezer tot voorzichtigheid werd gemaand. De boeken zijn door hun kwetsbaarheid redelijk zeldzaam. Ze zijn echter zo populair dat er ook facsimile's van gemaakt zijn.

‘Wonderboeken voor ’t jonge Nederland’

Nooit uitgekeken

Uitgever Van Egmond & Heuvelink maakte 3 prentenboeken in de reeks ‘Wonderboeken voor ’t jonge Nederland’. De auteurs van het handboek Lust en Leering schrijven hierover: ‘Tot het beste wat er op dit gebied gemaakt [is en] in de 19e eeuw voor Nederlandse kinderen op de markt is gebracht, behoren stellig de uitklap-prentboeken van Elise van Calcar.’ Er waren lange tijd geen exemplaren in een openbare collectie in Nederland. De KB heeft echter alle 3 de delen weten te kopen.

Elk boek bevat 4 verhalen. Bij elk verhaal staat 1 gewone paginagrote afbeelding en 1 bijzondere afbeelding. Hierbij kun je aan 3 kanten flappen openen. Dezelfde platen zijn ook gebruikt in tenminste 1 Zweeds prentenboek en 3 Engelse. De verhalen in die boeken zijn totaal anders dan de Nederlandse. In het tijdschrift De Boekenwereld is een artikel verschenen over deze uitklapprentenboeken.

Video over de uitklapprentboeken Wonderboeken voor ’t jonge Nederland (1873-1875).

Moderne pop-ups

Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd het een tijd lang stiller op het gebied van bijzondere boekvormen voor kinderen. Rond 1970 ontstond een nieuwe bloeiperiode waarin vele bijzondere boekvormen werden gemaakt. Met name pop-ups werden razend populair.

Vojtech Kubasta maakte zijn prentenboeken in jaren 60 en 70 van de 20e eeuw. De Tsjech heeft een heel typische eigen stijl van illustreren en zijn prentenboeken zitten vol verrassingen. Naast de pop-ups zijn er allerlei andere elementen die met lipjes en strookjes bewogen kunnen worden. Kubastas prentenboeken werden in Praag geproduceerd voor het buitenland. Zijn werk is in 24 talen vertaald en er zijn meer dan 35 miljoen exemplaren verkocht.

 

 

Robert Sabuda

Een beroemde pop-upmaker van rond de eeuwwisseling is Robert Sabuda. Deze Amerikaanse paper engineer heeft 3 keer de prestigieuze Meggendorfer Prijs gewonnen van de Movable Book Society. Sabuda weet een enorme diepte te creëren in zijn pop-ups en ze zijn zo ontworpen dat ze ook altijd weer goed dicht kunnen vouwen. De lege ruimte aan de randen van de bladspiegel vult hij vaak met afzonderlijke mini-pop-ups.

Objectbanden

'Objectbanden' zijn boeken die eruit zien als een object dat past bij het verhaal. Sam's sandwich is vormgegeven als een sandwich. Als je de pagina's openvouwt steken de ingrediënten over de rand uit. De voor- en achterkant van het boek zijn een centimeter dik en bedrukt als een boterham. Na het lezen heb je dus een 'echte' sandwich vast. De Engelse maker van dit boek, David Pelham, heeft meerdere van dit soort uitgaven gemaakt. Hij verstopt vaak vieze dingen tussen in de eetwaren. Zo zit er een dode goudvis in een bonbon en zie je hier een worm tussen de komkommerschijfjes.

Carrousels en huisjesboeken

A.A. Milne; Ernest H. Shepard, Poeh en de bijen (1987)

'Carrouselboeken' zijn pop-ups die helemaal rond openen. Je zet de voor- en achterkant tegen elkaar waardoor een carrousel van driedimensionale voorstellingen ontstaat. Sommige van deze boeken hebben bovenaan een lusje. Je kunt ze daardoor ophangen als een soort mobiel. Een voorbeeld is Poeh en de bijen.

Rory Kee; Andrew Mawson, Sprookjes Kastelen (1983)

Sprookjeskastelen zijn de woningen van Doornroosje, Assepoester en Belle en het Beest. Dit type heet ‘huisjesboeken’: het boek zelf stelt een huis voor. De kasteeltjes kunnen geopend worden door de torens opzij weg te klappen. Binnenin zit een lange strook zigzag gevouwen papier, een leporello, waarop het verhaal staat. Er is veel aandacht besteed aan de details: door de ramen in de toren kunt u het spinnenwiel van Assepoester zien staan en aan de voorkant kan een luikje geopend worden waardoor iemand naar buiten komt.

Onderzoek naar bijzondere kinderboeken.

Er is lange tijd weinig onderzoek gedaan naar bijzondere boekvormen in kinderboeken. Omdat ze tussen boek en speelgoed inzitten vallen ze vaak ook tussen wal en schip. Studies naar jeugdliteratuur namen bijzondere boekvormen ook meestal niet mee. Bibliotheken verzamelden ze niet echt en ze waren lastig in de catalogus te vinden. Bovendien waren er geen duidelijke termen waarmee je elke soort boek kon benoemen.

Toegankelijkheid van de collectie pop-ups en andere bijzondere boekvormen

Pop-ups en andere bijzondere boekvormen zijn vindbaar via de KB-catalogus en het Centraal Bestand Kinderboeken (CBK). Je kunt het beste zoeken in het CBK: in die database vind je de meest uitgebreide beschrijvingen. Waar mogelijk vind je hier ook links naar digitale versies.

De pop-up-boeken en andere bijzondere boekvormen zijn ter inzage in de leeszaal Bijzondere Collecties en de algemene leeszaal. De boeken worden niet uitgeleend aan klanten. Wel kunnen bibliotheken, musea en andere instellingen boeken uit de KB-collectie in bruikleen vragen voor tentoonstellingen.

Literatuur over de collectie pop-ups en andere bijzondere boekvormen

Boek