Chassidische legenden
Chassidische legenden is een uitgave van De Blauwe Schuit, een uitgeverscollectief dat werd opgericht in 1940. De Blauwe Schuit gaf tijdens de Tweede Wereldoorlog clandestien (buiten het zicht van de bezetter) werken uit, waarvan Chassidische legenden het belangrijkste is. In het werk staan Joodse vertellingen centraal, verteld door de Oostenrijkse Joodse godsdienstfilosoof Martin Buber (1878-1965). Uitgever August Henkels (1906-1975) vertaalde ze en kunstenaar en drukker Hendrik Nicolaas Werkman (1882-1945) maakte er prenten bij.
Chassidische legenden verscheen in twee delen. Werkman noemde deze zelf ‘suites’, omdat het gaat om losse prenten met enkele tekstbladen in een map. De eerste map verscheen in 1942, de tweede in januari 1944. Dit gebeurde in kleine oplagen: van suite 1 drukte Werkman bijvoorbeeld slechts 20 exemplaren. Deze werden genummerd. De KB bezit van suite 1 nummer 5 en van suite 2 nummer 14. De prenten van Werkman die hij voor deze uitgave maakte behoren tot zijn bekendste werk. Ze maken Chassidische legenden tot een topstuk van de KB.
Hoe is Chassidische legenden in de KB gekomen?
Chassidische legenden is vooral bekend geworden door de prenten van H.N. Werkman. Hij maakte eerst een reeks proefdrukken van de prenten, die nu in het bezit zijn van het Joods Historisch Museum in Amsterdam. Volgens het oorspronkelijke plan zou Werkman hierna 10 exemplaren van de legenden drukken. De belangstelling bleek echter groot, waardoor Werkman dit verhoogde naar 20. Hij koos zelf de kopers uit en moest dus ook mensen teleurstellen. De eerste suite was in 1943 uitverkocht.
De exemplaren die de KB bezit zijn een geschenk van verzamelaar A.J. Eschauzier. Hij heeft ze kunnen kopen uit het bezit van De Blauwe Schuit-uitgever Ate Zuithoff (1912-2009). Hoe Zuithoff aan deze specifieke suites gekomen is, is niet bekend: zij waren oorspronkelijk eigendom van schilder Ekke Kleima (nummer 5, suite 1) en schilder Oscar Gubitz (nummer 14, suite 2).
De prenten van Werkman
Werkman maakte eerst proefdrukken van zijn prenten voor Chassidische legenden. Deze zien er anders uit dan de uiteindelijke drukken. De prenten van de later gemaakte oplage zijn vaak donkerder en abstracter, maar wel nog steeds expressief.
Werkman zelf vond dat hij langzaam van stijl veranderde doordat hij langere tijd aan de series werkte. Hij wilde de oplage minder kleurrijk maken. Of liever, hij wilde de kleuren gelijkmatiger in elkaar laten overvloeien.
Voor de prenten gebruikte Werkman verschillende technieken. Deze waren arbeidsintensief. De prent op suite 1, blad 1 (zie illustratie) heeft een geel grondvlak. Dit is onregelmatig aangebracht met een inktrol. Daaroverheen zijn andere kleuren gedrukt. Rood bijvoorbeeld om het bospad aan te duiden. Voor bijvoorbeeld de bomen, graspollen en personen gebruikte Werkman sjablonen. Met de zijkant van de inktrol tekende hij hier en daar strepen en accenten. Door deze combinatie van technieken is elk exemplaar iets anders.
Werkman en De Blauwe Schuit
Werkman was drukker en kunstenaar. Hij was lid van de Groningse kunstkring De Ploeg en gaf ook een kunsttijdschrift uit, Blad voor Kunst. Zijn kunst noemde hij zelf ‘druksels’, waar hij van begin af aan mee experimenteerde.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam Werkman in contact met August Henkels, Adri Buning en Ate Zuithoff. Onder de naam De Blauwe Schuit produceerde het viertal illegaal 40 uitgaven, waarvan Werkman het drukwerk en de illustraties verzorgde. Op 13 maart 1945 werd Werkman gearresteerd door de Sicherheitsdienst. Mogelijk gebeurde dit, omdat hij ervan werd verdacht illegaal drukwerk te maken. Op 10 april werd Werkman gefusilleerd, samen met 9 andere gevangenen.
Hoe kun je Chassidische legenden inzien?
Suite 1 en 2 van de Chassidische legenden zijn alleen online in te zien. Je kunt het werk niet aanvragen in de KB. Wel kun je een verzoek indienen bij de conservator om het werk in te zien.