Der naturen bloeme van Jacob van Maerlant

Rond 1270 schrijft Jacob van Maerlant Der naturen bloeme: een middeleeuwse encyclopedie over al het moois wat de natuur te bieden heeft. Het werk is geschreven in het Nederlands. Dat is bijzonder: het is de eerste tekst in dit genre die in de volkstaal bewaard is gebleven. De KB heeft niet 1, maar zelfs 2 handschriften van dit bijzondere werk in bezit. Beide handschriften bevatten prachtige illustraties van dieren, bomen en mensen. Je kunt ze allebei online bekijken.

Achtergrond van Der naturen bloeme

Jacob van Maerlant (ca. 1235-1300) is een van de belangrijkste Nederlandse dichters uit de middeleeuwen. Naast Der naturen bloeme heeft hij nog een aantal andere belangrijke werken geschreven, zoals de Spiegel historiael (de eerste wereldgeschiedenis in de volkstaal) en de Rijmbijbel (een Bijbels geschiedenisboek). Van beide teksten heeft de KB ook handschriften in bezit. Maerlant heeft tijdens zijn leven meer dan 230.000 versregels geschreven. Dat maakt hem een van de productiefste auteurs uit zijn tijd.

  • Olifant in het oudste exemplaar

De belangrijkste bron voor Der naturen bloeme

De belangrijkste bron die Maerlant voor zijn Der naturen bloeme gebruikt, is het Liber de natura rerum (ca. 1245), geschreven door Thomas van Cantimpré. Het is een Latijnse encyclopedie over alles wat in de natuur te vinden is. Der naturen bloeme is hier geen letterlijke vertaling van: Maerlant maakt zijn stuk toegankelijker dan het origineel en hij laat ook grote stukken weg. Hij benadrukt bovendien dat hij zijn informatie niet zomaar ergens vandaan heeft gehaald. In zijn boek schrijft hij: ‘Wie wil, moet het geloven; mij een zorg. Maar wel ben ik er absoluut zeker van dat ik de waarheid heb verteld zoals ik die beschreven vond’. 

Vreemde volken en dieren in Der naturen bloeme

Mensen met grote voeten in het oudste exemplaar

Der naturen bloeme is opgeschreven in ruim 16.500 versregels en is in dertien hoofdstukken opgedeeld. In elk hoofdstuk komt een ander onderwerp aan bod, zoals wonderbaarlijke mensen, viervoetige dieren, vogels, zeemonsters, vissen, slangen, insecten en andere kruipende dieren, (specerij)bomen, kruiden, geneeskrachtige en giftige bronnen, edelstenen en metalen. Een aantal onderwerpen waar Maerlant over schrijft, zoals zeemonsters, centauren en eenhoorns, zien we vandaag de dag niet meer terug in ons wereldbeeld. Deze mythologische wezens waren voor de middeleeuwers lang niet zo vreemd als voor ons.

In het eerste hoofdstuk vertelt Maerlant over vreemde volkeren, zoals mensen met heel grote voeten of mensen die geen hoofd hebben maar ogen in hun schouders. Ook sommige dieren zien er gek uit. Zo wordt de struisvogel afgebeeld als een lompe vogel met kamelenpoten en een hoefijzer in zijn bek. Maerlant is er namelijk zeker van dat een struisvogel ijzer eet. In het oudste handschrift van Der naturen bloeme dat de KB in bezit heeft is de miniatuur van de struisvogel verdwenen, maar gelukkig is hij nog wel te vinden in het 15e-eeuwse exemplaar.

  • Struisvogel in het jongste exemplaar

Het handschrift van Der naturen bloeme in de KB

De KB bezit maar liefst 2 van de 11 volledige handschriften met Der naturen bloeme. In beide exemplaren vind je meer dan 450 prachtige illustraties, waarvan sommige zelfs met goud zijn versierd. Daaruit blijkt dat deze handschriften voor een rijke eigenaar zijn gemaakt. Het oudste handschrift (ca. 1340-1350) in de KB is geschreven in de omgeving van Utrecht. Dat is te zien aan de penwerkversieringen van sommige beginletters.

De KB heeft ook een exemplaar uit het midden van de 15e eeuw. Heel bijzonder is dat dit handschrift een kopie is van het 14e-eeuwse exemplaar. Dat weten we omdat er in het ene exemplaar tekst ontbreekt die ook in het andere niet terug te vinden is. Het komt zelden voor dat je zo’n directe relatie tussen 2 middeleeuwse handschriften kunt vaststellen. En die handschriften vind je al helemaal niet vaak in dezelfde bibliotheek. De KB biedt toegang tot digitale versies van beide handschriften. Afbeeldingen van dit werk zijn te bekijken via Wikimedia Commons. Het signatuur van dit handschrift is KW KA 16. 

  • Het oudste exemplaar

Meer weten?

Ed van der Vlist
Conservator middeleeuwse handschriften