In deze columnreeks maakt de nieuwe Algemeen directeur Wilma van Wezenbeek kennis met de KB. Achter de schermen leert ze werknemers kennen die belangrijk werk verrichten dat niet altijd bij iedereen bekend is. Vaak op indrukwekkende schaal. Vandaag: schimmel- en ongediertebestrijding door de afdeling Collectiebehoud.
Schimmel in huis. Dat wil je niet. Papiervisjes ook niet. En bij de KB willen we ze al helemaal niet; daar zijn schimmel en ongedierte een ramp. Ze tasten namelijk onze collectie aan. Gelukkig hebben we medewerkers die elke dag de strijd aangaan met schadelijke invloeden als deze.
Aicha Hockx bijvoorbeeld, van de afdeling Collectiebehoud. Ik maakte deze week kennis met haar. Sowieso leuk, want net als ik werkt ze nog niet zo heel lang bij de KB. Aicha vertelde mij dat het uitvoeren van ‘luchtkiemgetalmetingen’ deel uitmaakt van haar werk. Dat is een moeilijk woord voor het meten van het aantal schimmelsporen in de lucht. In 2023 werden er zo'n 500 gedaan. “Onze magazijnen zijn ingericht om schimmels tegen te gaan. De luchtvochtigheid is er gemiddeld rond de 50 procent bijvoorbeeld. Maar door allerlei oorzaken kunnen er toch schimmels in terechtkomen. Denk aan een lekkage. Dankzij de metingen weten we of we actie moeten ondernemen. Maar als alles goed gaat, is dat niet nodig. Als alles gaat zoals het moet gaan, heb ik het saaiste werk in de KB. Want dan is er niets aan de hand.”
In 2023 zijn er dus 500 metingen geweest. Dat klinkt als heel veel. “We hebben jaarlijks twee meetmomenten”, legt Aicha uit. “En dan meten we op 150 plaatsen in de KB. Dus standaard zijn er al 300 metingen. In 2023 was er een lekkage in een magazijn. Die leverde 200 extra metingen op, 9 tot 15 keer per week, maanden achter elkaar. Zo konden we de ontwikkelingen in kaart brengen.”
En dan zijn er nog beestjes als papiervisjes. “Als het goed is, is ons magazijn zo ingericht dat ook deze beestjes geen kans krijgen”, aldus Aicha. “De kasten staan bijvoorbeeld op poten, dus de papiervisjes moeten eerst omhoogklimmen om bij de boeken te komen. Dat lukt niet, want ze hebben een ruw oppervlak nodig en onze kasten zijn van aluminium. Op verschillende plekken in het magazijn staan kleefvallen. Zitten daar opeens 30 papiervisjes in, dan gaat er iets niet goed. We gaan dan op zoek naar de oorzaak. Misschien zit er dan bijvoorbeeld ergens een gat in een muur waar de beestjes doorheen kunnen.”
Maar hoe voorkomen we nu dat de beestjes überhaupt binnenkomen? Daarvoor heeft de KB een quarantaineruimte. Alle boeken die een eerdere eigenaar hebben gehad, worden eerst daar naartoe gebracht voordat ze het magazijn in mogen. Aicha onderzoekt elk boek op schade. Is er een vermoeden van schimmel? Dan test zij dit boek. Bij een positieve uitslag, moet de schimmel gedood worden met straling. Zitten er beestjes in, dan gaat het boek de vriezer in. Beestjes kunnen niet tegen deze kou. Is het boek van bijzonder materiaal gemaakt, perkament bijvoorbeeld, dan overlegt Aicha met een restaurator over de beste behandelwijze. Niet alle materialen kunnen goed tegen de kou.
Alle kennis die Aicha en haar collega’s opdoen, hopen zij te gebruiken voor ons nieuwe fysieke magazijn. “Als we weten hoe alles samenhangt, bijvoorbeeld hoe het klimaat onze collectie beïnvloedt, dan weten we in de toekomst precies aan welke spreekwoordelijke knoppen we moeten draaien om onze collectie veilig te houden.”
Daar heb ik alle vertrouwen in. Ondertussen hoop ik stiekem dat Aicha’s werk voorlopig heel erg saai blijft.
Wilma van Wezenbeek