In aanloop naar de Landelijke Actiedag Weerbaar Erfgoed die op 14 mei plaatsvindt, pleit de KB nationale bibliotheek voor een collectief verantwoordelijkheidsgevoel voor het Nederlandse erfgoed en de reële risico’s die dit bedreigen. Volgens Algemeen directeur Wilma van Wezenbeek zou meer openheid over incidenten rondom erfgoed daaraan bijdragen. Zelf kreeg de KB de afgelopen jaren met meerdere incidenten te maken. Van Wezenbeek: ‘Uit angst voor het openbaren van gevoelige informatie en voor reputatieschade delen erfgoedinstellingen onvoldoende informatie. Maar juist die geslotenheid vergroot de kwetsbaarheid.’
Waardevolle lessen
Wilma van Wezenbeek, Algemeen directeur van de KB: ‘Uiteraard doet de KB er alles aan om dit soort incidenten waar mogelijk te voorkomen en ze op te lossen wanneer ze onverhoopt toch plaatsvinden. Dit proberen we als Nederlandse erfgoedinstellingen allemaal. Ik ben er alleen van overtuigd dat wij als erfgoedinstellingen altijd één-nul zullen achterstaan als we dergelijke risico’s in ons eentje en in de luwte proberen te bestrijden. Onze terughoudendheid om hier als erfgoedinstellingen open over te zijn komt deels voort uit een terechte angst. Want wie informatie over zijn zwakke plekken deelt, voorziet potentiële slechteriken eveneens van waardevolle informatie. Maar we zijn hier ook uit angst voor reputatieschade onvoldoende open over. Terwijl juist die geslotenheid de kwetsbaarheid van ons erfgoed vergroot.’
Volgens Van Wezenbeek worden er veel kansen gemist als erfgoedinstellingen hun incidenten of ervaringen met dreigingen niet openlijk delen: ‘Juist wanneer er zich een incident bij een erfgoedinstelling voordoet, schuilen hierin ook waardevolle lessen voor anderen. In diverse professionele netwerken wisselen we op peer-to-peer-niveau uiteraard wel kennis uit. Zo delen de leden van de Digital Preservation Coalition (DPC) bijvoorbeeld ‘digital failures and losses’, om van elkaar te leren hoe we onszelf weerbaarder kunnen maken tegen digitale dreigingen. Maar die kennisuitwisseling kan breder en opener. Erfgoed is namelijk van ons allemaal. Als we actiever naar buiten treden rondom dreigingen en incidenten, brengen we politiek en publiek ook beter in stelling om bij te dragen aan voorkoming of oplossing.’
Terughoudendheid schaadt
Van Wezenbeek vermoedt dat zorgen over reputatieschade het nu nog te vaak winnen van het publieke belang. ‘In het geval van de diefstal die ons trof, zijn wij hierin tot op heden ook terughoudend geweest. De eerste prioriteit is natuurlijk dat het veiligheidslek gedicht moet worden, maar ik merkte ook dat wij het nieuws over deze diefstel niet zo breed deelden als had gekund.’ Toch is het volgens Van Wezenbeek van belang dat ook dit soort incidenten openlijk wordt besproken, zodra het politie-onderzoek dat toelaat. ‘Pas dan kan, bijvoorbeeld, de opsporingshulp van het publiek worden ingeroepen. En trouwens,’ voegt ze toe, ‘voor het feit dat wij slachtoffer zijn geworden van een diefstal, moeten vooral de daders zich schamen.’