Vorige week heeft Lily Knibbeler na bijna tien jaar als directeur afscheid genomen van de KB. Onder haar leiding maakte de nationale bibliotheek grote veranderingen door. Zo werd de KB vanaf 2015 onderdeel van het netwerk van openbare bibliotheken en zette de bibliotheek grote stappen in het vergroten van de maatschappelijke waarde van bibliotheekcollecties door ze beter ‘zichtbaar, bruikbaar en houdbaar’ te maken.
Samenwerken voor de maatschappij
‘Met de invoering van de Wsob gingen de bibliotheekorganisaties samenwerken in één netwerk, waarbij de regierol werd toebedeeld aan de KB’, vertelt Jos Debeij, oud-hoofd van de afdeling Bibliotheekstelsel van de KB. ‘Lily heeft er echt voor gezorgd dat de betrokken organisaties als gezamenlijk netwerk gingen denken en functioneren. En dat binnen die samenwerking de maatschappelijke opgaven – de geletterde samenleving, participatie in de informatiesamenleving, en een leven lang ontwikkelen – centraal kwamen te staan. Het feit dat de maatschappelijke waarde van bibliotheken nu goed wordt erkend, en dat alle gemeenten met ingang van 2026 bij wet worden verplicht om voor een goede bibliotheekvoorziening te zorgen, dat is echt mede de verdienste van Lily.’
Digitaal geheugen
De netwerkgedachte bracht Knibbeler mee vanuit de ervaring die ze intussen had opgedaan in het organisatienetwerk rond digitaal erfgoed (het NDE). Dit netwerk - bestaande uit organisaties die actief zijn in de cultuur, het erfgoed, onderwijs en onderzoek – zet zich in voor een breder gebruik van het Nederlandse digitale erfgoed. Wilbert Helmus, netwerkmanager: ‘"Het NDE wil de betekenis van erfgoed voor de samenleving vergroten door het beter digitaal beschikbaar te maken. Met de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed zorgen we ervoor dat dit gebeurt op een manier die aansluit bij wat mensen en gemeenschappen nodig hebben om met het erfgoed aan de slag te gaan. Lily heeft zich daar volop voor ingezet. Dat heeft geleid tot extra financiering, intensivering en versnelling van de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed.’
Koesteren
Marjan Hammersma, tot afgelopen januari de secretaris-generaal van het ministerie van OCW, roemt het niveau waarop Knibbeler de KB achterlaat: “Het geheugen van ons land wordt dankzij de KB zo goed bewaard en beschermd. Hierdoor kan het goed worden gebruikt in het onderwijs, de wetenschap en door iedere inwoner van ons land. De afgelopen jaren is er enorm veel veranderd op het gebied van digitalisering, samenwerken, en het denken over collecties. Daarin heeft de KB een essentiële rol gespeeld. In het openbare bibliotheekveld en in allerlei andere netwerken, heeft ze de samenwerking verder gebracht. De KB is op dit moment op haar top. Dat moeten we koesteren.”