Kunsthistorisch reizen door België en Nederland

Bij de afdeling Bijzondere Collecties op de 2e etage in de KB staan vitrines. Hier plaatsen we opmerkelijke collectiestukken in. In 1 van deze vitrines ligt vanaf maart een mooi reisalbum van een Franse kunstenares uit 1885. Collectiespecialist Jeroen Vandommele vertelt wat er zo bijzonder is aan haar reisverslag. 

In 2022 kocht de KB op een Franse veiling een reisalbum, getiteld Voyage en Belgique et Hollande, geschreven door de Franse kunstenares Marie Annaly-Lourse (1841–1910). Samen met een bevriend echtpaar ondernam zij in de vroege zomer van 1885 een reis door België en Nederland. Het album in oblong formaat – een liggende rechthoek - diende om de gebeurtenissen tijdens deze vakantie te memoreren. Annaly, die in Bordeaux bekendstond als een verdienstelijk schilder, voegde bovendien talrijke mooi uitgevoerde tekeningen in pen en potlood toe. Het handschrift geeft zo een prachtig beeld van Nederland en België tijdens het fin de siècle, de periode van het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw.

Een mooi begin

Annaly begint haar verslag in Parijs. Daar blijven zij en haar vrienden eerst overnachten. In de avond gaan ze nog naar het toneelstuk Theodora kijken, opgevoerd in het Théâtre Porte Saint Martin. Dit stuk van de Franse toneelschrijver Victorien Sardou – met in de hoofdrol de beroemde actrice Sarah Bernhardt – ging op 24 december 1884 in première. Het stuk was enorm succesvol en trok in 1885 ook nog volle zalen. 

De volgende dag vertrekt het reisgezelschap met de trein naar België. Daar worden Brussel en Antwerpen aangedaan. In Brussel staat onder andere het Paleis van Karel van Lotharingen op het programma. Annaly maakt voor haar verslag een tekening van de daar geëxposeerde iguanodons, plantenetende dinosauriërs. Het was een van de eerste keren dat de dinosaurusbotten uit de mijn van de Waalse plaats Bernissart opgezet getoond werden aan het publiek. In Antwerpen staat ze uitvoerig stil bij het werk van Pieter Paul Rubens. 

Boven de Moerdijk

Haar reis naar Nederland vervolgend, merkt ze bij de oversteek van de Moerdijkbrug op dat de ‘Franse stijl’ nu steeds meer wordt verlaten: in klederdracht, uiterlijk en natuurlijk ook de taal. Ook signaleert ze de eerste molens en tulpenvelden. Kort beschrijft ze haar bezoek aan Dordrecht (de schilder Ary Scheffer!), Rotterdam (de charmante haven!) en Leiden (de kanalen!). Maar het meest onder de indruk is ze (natuurlijk) van Amsterdam. Als blijkt dat het Rijksmuseum nog niet open is (de opening is op 13 juli 1885 gepland), is Annaly wel teleurgesteld. Ze moet het doen met de Van der Hoopcollectie, die wel al te bezichtigen is. Een hoogtepunt is haar bezoek aan Artis. Vol bewondering beschrijft ze de vele dieren, hun kleurenpracht, maar ook hun goedverzorgde verblijven.

Hollandse netheid

In haar reisverslag verbaast Annaly zich over de algemene netheid van de Nederlanders, en de Amsterdammers specifiek. Alles ziet er schoon en ordelijk uit. Niet alleen de straten en de interieurs van huizen, maar ook de mensen zelf zijn keurig gekleed (zelfs de arbeiders, kinderen en dienstmeisjes). De Nederlandse huisvrouw verdient volgens haar dan ook ‘notre profonde admiration’ [onze diepste bewondering] voor deze prestatie. Ze citeert daarbij de Franse schrijver Henry Havard (1838–1921) die aan het eind van de 19e eeuw diverse boeken schreef over Nederland en zijn kunstrijk verleden. Het lijkt er op dat ze Havards La Hollande à vol d’oiseau (1881) [Nederland in vogelvlucht] als gids gebruikt tijdens haar rondreis. Annaly bezoekt de plaatsen die hij in zijn boek beschrijft, tekent stadsgezichten die zijn boek ook afbeeldt en citeert hem herhaaldelijk. 

Het reisalbum eindigt met een beschrijving van Den Haag en Scheveningen. Annaly schrijft lovend over de kunstwerken van Rembrandt, Potter en Steen die worden getoond in het Mauritshuis en de prachtige collectie van Steengracht van Oosterland (helaas in 1913 geveild). Maar een wandeling door het Haagse Bos en de Scheveningse Bosjes naar het strand is voor haar het moment suprême, het hoogtepunt. Het licht van de zon die speelt met de bladeren en de boslanen die eindeloos lijken… ze verzucht dat Nederland en België door deze heerlijke reis (‘delicieux voyage’) haar voor altijd zullen bij blijven.

Bibliografische informatie

Marie Annaly-Lourse, Voyage en Belgique et Hollande. Handschrift, 1885. 
Aanvraagnummer: KW 1900 A 349

Henry Havard, La Hollande à vol d'oiseau. Paris, Decaux & Amsterdam, Van Bakkènes, 1881. 
Aanvraagnummer: 3020 A 3

Meer weten?

Jeroen Vandommele
Conservator na-middeleeuwse en moderne handschriften