De Vrienden van de KB helpen ons om onze collectie aan te vullen met bijzondere werken. Een daarvan is een middeleeuws handschrift met daarin bijzondere pelgrimstekens, gemaakt in de stad Brugge: het D’Oiselet-getijdenboek.

Inhoud van het getijdenboek

Een getijdenboek is een middeleeuws handschrift, gevuld met gebeden die je op een vaste tijd op de dag moest uitspreken of lezen. Bij de gebeden staan soms met de hand gekleurde illustraties, ook wel miniaturen genoemd. Het D’Oiselet-getijdenboek bevat 11 van dit soort miniaturen. Dit zijn bijzondere pelgrimstekens. 

Het handschrift is geschreven in het Latijn. De makers ervan woonden in Brugge, rond de jaren 1440 - 1460. De band die tegenwoordig om het handschrift heen zit, is jonger. Deze komt uit de 19e eeuw. In 1993 kocht de KB met steun van de Vrienden het D’Oiselet-getijdenboek aan.

  • Pelgrimsinsignes in het D'Oiselet-getijdenboek.

Bijzondere pelgrimstekens

Het D’Oiselet-getijdenboek is bijzonder om allerlei redenen. Achterin het handschrift zijn 23 pelgrimstekens of -insignes genaaid. Dit zijn kleine metalen voorwerpen – zo groot als munten – die te koop waren in bedevaartsoorden. Zo weten we welke reizen er voor de insignes zijn gemaakt: naar Frankrijk, maar ook naar Duitsland en Zwitserland, naar Vlaanderen en Holland, en zelfs naar Engeland. Pelgrimsinsignes werden wel vaker bewaard in getijdenboeken, maar gingen meestal verloren. Dit getijdenboek is uniek, omdat de insignes erin zo goed bewaard zijn gebleven. Het toont aan hoe een getijdenboek ook gebruikt kon worden: als bewaarplaats voor religieuze souvenirs.

Het boek bevat miniaturen die zijn gemaakt door de Meesters met de Smalle Ogen. Zij vormden in de 15e eeuw een kunstenaarsgroep in Brugge. Hun naam dankten zij aan de manier waarop zij ogen tekenden: vrij smal. Ze werkten vaak met harde kleuren. Blauw en rood bijvoorbeeld, zoals in dit getijdenboek.

 

Lijn van bezitters

Ook bijzonder: we weten wie het handschrift in bezit heeft gehad. De eigenaren gebruikten het namelijk om geboortes en huwelijken in op te schrijven. Zo vermoeden we dat Symon de la Chambre et de Montjustin uit het Franse Bourgondië de eerste bezitter van het boek was. Vanaf 1467 erfden zijn zoon en kleindochter het. Tot het in 1600 bij een vrouwelijke nazaat terechtkwam die als achternaam D’Oiselet had. We kunnen deze lijn van bezitters verder volgen tot in de 18e eeuw.

Het handschrift is in goede staat bewaard gebleven. Het laat zien hoe een boek werd gebruikt als opbergplaats en familiegeheugen. De KB is dan ook blij dat het met hulp van de Vrienden in de collectie gekomen is.

De insignes en familieaantekeningen maken van dit getijdenboek een toonbeeld van persoonlijke belevenissen en emoties.”

Ed van der Vlist, collectiespecialist middeleeuwse handschriften

Het getijdenboek in onderzoek en tentoonstellingen

Het D’Oiselet-getijdenboek is sinds de aankoop op veel tentoonstellingen te zien geweest. Het meest recent in Brussel, in het Paleis voor Schone Kunsten bij de tentoonstelling Facing Van Eyck (2020-2021). Ook kwam het geregeld terug in wetenschappelijke artikelen, zowel nationaal als internationaal.