3 oktober was een bijzondere dag in de KB. Een grote schare geïnteresseerden kwam naar de Aula voor een (uitverkochte) middag over de geschiedenis en de hedendaagse impact van de witte kebaya. Op 4 december 2024 werd het traditionele kledingstuk de kebaya door de Unesco officieel erkend als immaterieel erfgoed.
Textiel-expert Sabine Bolk en schrijfster Dido Michielsen presenteerden tijdens deze middag de tussenstand van hun project over de geschiedenis en de hedendaagse betekenis van de witte kebaya. Een groot aantal sprekers uit Nederland en Indonesië kwam aan het woord, al dan niet via videoverbinding. Uiteraard werd tijdens de middag een link gelegd met de kebaya in boeken uit de KB-collectie.
Vereende krachten van Bolk en Michielsen
Sabine Bolk vond op haar weg schrijfster Dido Michielsen bereid mee te stappen in een project over de geschiedenis en de hedendaagse betekenis van de witte kebaya. In de romans van Dido Michielsen, Lichter dan ik en het vervolg Zoeken naar Isah, speelt de kebaya ook een belangrijke rol bij de tekening van de personages.
Een tentoonstelling en presentatie van hun gezamenlijke kebaya-onderzoek stond gepland voor de Tong Tong Fair 2024, maar die werd helaas op het laatste moment geannuleerd. Collectiespecialist Karin Vingerhoets bood Sabine Bolk en Dido Michielsen de gelegenheid om hun project in de KB te delen. Zij organiseerde dit evenement rond de kebaya in de KB (waarvoor hulde!) en betrok mij er als collectiespecialist Nederlandse literatuur bij om een linkje te leggen met de Nederlands-Indische letteren in de KB-collectie.
Expositie
Sabine Bolk en KB-collega Madeleine van den Berg maakten gezamenlijk ook een expositie van kebaya’s uit familiebezit van Indische Nederlanders én met romans uit de Nederlands-Indische letterkunde waarin de kebaya genoemd wordt. Veel bruikleengevers van de historische kebaya’s waren deze middag aanwezig om het verhaal van de kebaya van hun moeders, grootmoeders of overgrootmoeders te vertellen.
Ook Dido Michielsen leverde uit haar familie-erfgoed een kebaya. Zij bezit nog een aantal witte kebaya’s van grootmoeder en overgrootmoeder, die de reis naar Nederland wonderbaarlijk hebben overleefd. Voor de KB was dit een bijzondere en exceptionele expositie van twee zeer verschillende soorten erfgoed, die als je verder kijkt toch veel met elkaar te maken hebben.
Presentaties op de middag
Sabine Bolk opende de middag in de KB met een overzicht van de geschiedenis van de witte kebaya. Die is nauw verbonden met de koloniale geschiedenis van Indonesië. Al door de vroegste Portugese en Hollandse reizigers werden voorlopers van de kebaya vermeld.
In de 19e eeuw werd de witte variant de huisdracht voor veel Europese en Indo-Europese vrouwen, om in de jaren 20 en 30 van de 20e eeuw langzaam naar de achtergrond te verdwijnen door voortschrijdende ‘Europeanisering’. Bolk benadrukte dat het exacte begin van de ‘witte’ traditie nog steeds in nevelen is gehuld.
Na de presentaties toog iedereen naar Club Erasmus van de KB, die was ingericht als bruisende informatiemarkt, waar Sabine Bolk en Greet van Duijn samen met Daan Wieman (meesterkleermaker en verzamelaar van o.a. kebaya’s) en Maarten Fornerod (van het project ‘100.000 Voormoeders’ van Indische Genealogische Vereniging), klaarstonden om allerlei vragen te beantwoorden.
Ook konden deelnemers hun meegebrachte kebaya’s aan kennersblikken onderwerpen en natuurlijk was er volop gelegenheid tot ontmoeting en het delen van persoonlijke verhalen met een hapje en drankje erbij.
Uitgelicht: de kebaya in de literatuur
Tijdens deze middag probeerden we ook de verbinding te slaan tussen textiel- en literatuurgeschiedenis, tussen de bijzondere geschiedenissen van vrouwen die de witte kebaya droegen en de manier waarop dat in de literatuur werd en wordt gerepresenteerd. Dido Michielsen en ik bespraken samen een aantal geselecteerde citaten uit de Indische literatuur.
We bespraken onder andere Multatuli die Droogstoppel in de Max Havelaar liet sneren over de bepaald ‘leelyke’ dracht van de sarong en kebaya en Couperus’ Stille kracht, waarin het dragen van de kebaya door de overspelige Leonie van Oudijcks ‘coquet’ werd geduid.
Bij Maria Dermoûts De tienduizend dingen viel op dat de beschrijving van de kebaya-draagsters steeds met heel precieze en betekenisvolle details is. In het lijstje hieronder zijn de titels opgesomd die we bespraken, in de bijgevoegde PDF zijn de concrete citaten te vinden.
Bogoriana
Michielsen benadrukte dat met de kebayabeschrijvingen ook steeds het stands- en groepsverschil in het voormalig Nederlands-Indië van belang is. In de roman Bogoriana van Annie Foore uit 1890 wordt beschreven dat de vrouw van de gouverneur-generaal de sarong en kebaya maar ‘indécente kleeding’ vindt. In Michielsens eigen roman Op zoek naar Isah speelt deze roman van Foore een rol als hoofdpersoon Louisa probeert een soort leesclub van Indische vrouwen in Buitenzorg (Bogor) te organiseren en zij deze roman lezen: sommigen komen dan in kebaya, anderen bewust juist niet.
Lichter dan ik
We bespraken ook Michielsens eerste roman Lichter dan ik. Daarin speelt de kebaya ook een belangrijke rol, want er was één ‘inheemse’ groep (naast de Molukse) vrouwen die wél de witte kebaya droeg: de njais. Een njai was de huishoudster/concubine van Europese mannen, zij droegen ook wit. In Lichter dan ik wordt Isah de njai van een Nederlandse man en krijgt kinderen met hem. Michielsen markeert de overgang van de Javaanse van aristocratische afkomst die Isah is naar de onderdanige rol met de eis van de Hollandse familie dat ze een witte kebaya moet dragen:
‘Laat ik beginnen met je op je plaats te wijzen: je bent een inlandse njai, wat iets heel anders is dan de vrouw des huizes. Je bent onzichtbaar, en zorgt dat alles hier op rolletjes loopt. Het eten moet op tijd op tafel staan, het huis moet schoon en fris zijn. Die afschuwelijke donkere kebaja moet uit. Vraag geld aan Rudolph voor een witte, anders denken mensen nog dat je de baboe bent die het vuile werk doet.’
‘Ik luisterde met stijgende verontwaardiging naar haar monoloog. Onzichtbaar zijn en wit dragen? Alsof ik een geest was!’
Lijst besproken werken
- Multatuli, Max Havelaar, 1860.
- Justus van Maurik, Indrukken van een ‘tòtòk’. Indische typen en schetsen, 1897.
- Annie Foore, De koloniaal en zijn overste, 1877.
- Annie Foore, Bogoriana, 1890.
- Therese Hoven, In sarong en kabaai, 1892.
- Louis Couperus, De stille kracht, 1900.
- E. du Perron, Het land van herkomst, 1935.
- Maria Dermoût, De tienduizend dingen, 1955.
- Lin Scholte, Bibi Koetis voor altijd, 1974.
- Dido Michielsen, Lichter dan ik, 2019.
- Dido Michielsen, Zoeken naar Isah, 2024. [Eerder verschenen als Engel en kinnari, 2023.]