Stukje uniform van Jan van Speijk

"Dan liever de lucht in!" Dat zou volgens het verhaal luitenant-ter-zee Jan van Speijk geroepen hebben toen zijn schip overmeesterd leek te worden door Belgische opstandelingen. Van Speijk blies zijn schip inderdaad op in 1831. Er bleven stukjes over van Van Speijks uniform. Als we het hebben over opmerkelijke objecten in de KB-collectie, dan is dit stukje stof wel héél opmerkelijk.  

Wie was Jan van Speijk?

In 1830 brak de Belgische Revolutie uit. De Belgen wilden onafhankelijk worden van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en er werd gevochten. Op 5 februari 1831 blies de wind de Nederlandse kanonneerboot nummer 2 tegen de Antwerpse Scheldewal. Luitenant-ter-zee Jan van Speijk was op dat moment de bevelhebber van de boot. Hij vreesde dat het schip in de handen zou vallen van Belgische opstandelingen uit Antwerpen. Hij besloot de boot op te blazen, waarschijnlijk door een kogel af te vuren op een kruitvat. Het schip ontplofte: inclusief Jan van Speijk, 27 bemanningsleden en verschillende opstandelingen.

Heldendaad

De dood van Jan van Speijk werd in Nederland beschouwd als een heldendaad. Hij had zich immers opgeofferd voor het vaderland. In gedichten, schilderijen en prenten werd zijn heldenmoed bejubeld en zijn stoffelijk overschot kreeg een praalgraf in de Nieuwe Kerk van Amsterdam. Rondom Jan van Speijk ontstond een ware cultus. Brieven naar zijn nicht, waarin hij aangaf dat hij liever ‘met boot en al de lugt in’ ging, dan dat hij een ‘infaam Brabander’ zou worden, werden in kopie verspreid. Stukken van de boot en van de kleren van Van Speijk werden in een grote loterij verloot. De opbrengst zou dienen om een groot nationaal monument te bouwen ter ere van de held Jan van Speijk. 

Restanten in de KB

De KB heeft enkele opmerkelijke objecten in de collectie van deze beroemde episode uit de Nederlandse geschiedenis: een lapje stof van het uniform van Van Speijk en een stukje van de Nederlandse vlag die gewapperd had op de citadel van Antwerpen tijdens de gevechten. Dit is het fort dat de Hertog van Alva in de 16e eeuw tegenover Antwerpen liet bouwen aan de Schelde. Het stukje uniform komt met een officiële brief die de authenticiteit van het lapje bevestigt. 

Hoe is de KB aan deze objecten gekomen?

Het stukje vlag en het stukje uniform horen bij 2 brieven in de KB-collectie. Deze 2 brieven komen uit de collectie van de geleerde P.J.B.C. Robidé van der Aa. Zijn collectie werd in 1887 overgedragen aan de KB. Zijn vader - C.P.E. Robidé van der Aa - had met gedichten en de grote loterij de heldenstatus van Van Speijk mede vorm gegeven. Via een goede vriend - Hybo Everdes de Boer, luitenant-kolonel in het Nederlandse leger bij Antwerpen - had Robidé van der Aa een stukje uniform van Jan van Speijk kunnen bemachtigen. De tweede brief, ook afkomstig van de Boer, bevat stukjes van de Nederlandse vlag. Beide objecten werden door de vaderlandslievende Robidé van der Aa verzameld als tastbaar bewijs van de trotse Nederlandse natie.   

Het stukje vlag en uniform horen dus bij brieven uit de collectie van P.J.B.C. Robidé van der Aa. Beide brieven kun je vinden in onze catalogus: 76 D 26 , nr. 15 en nr. 16. Je kunt ze aanvragen en inzien in de leeszaal Bijzondere Collectie.

Meer weten?

Jeroen Vandommele
Conservator na-middeleeuwse en moderne handschriften