Publicaties uit en over de LHBTIQ+-gemeenschap in Nederland
In de collectie van de KB zijn veel publicaties uit en over de LHBTIQ+-gemeenschap te vinden: van historische brochures tot hedendaagse websites. In oudere bronnen klinkt vaak de mannelijke, heteroseksuele blik door, omdat seksualiteit die afweek van deze norm lange tijd als zondig werd beschouwd. Soms werden daarbij termen gebruikt die nu niet meer gangbaar zijn en die als kwetsend kunnen worden ervaren. Vanaf de 20e eeuw verschenen er publicaties die ruimte boden aan andere belevingen van seksualiteit en genderidentiteit.
Goed luisteren
In juni 1970 deed een bezorgde moeder haar verhaal in Margriet. Toen haar zoon vertelde over zijn nieuwe liefde, nam het gesprek een voor haar onverwachte wending: zijn geliefde bleek geen zij, maar een hij.
‘Opeens begreep ik hem. „Bedoel je, wil je zeggen dat je homoseksueel bent?" „Ja," zei hij, „dat ben ik. En dat was ik ook. Al jarenlang ben ik me dat bewust, maar ik heb het nooit durven beleven.” Het was alsof alles om mij heen begon te draaien. Het was alsof de hele wereld om mij heen instortte.’ De vrouw vroeg zich vertwijfeld af of haar zoon zich misschien dingen inbeeldde: ‘Je hoort weleens praten over jongens die modern willen doen.’
Margriet liet experts aan het woord die uitleg gaven over homoseksualiteit en drukte ouders die hiermee te maken kregen op het hart hun kind te steunen. De voor die tijd vooruitstrevende redactie sloot af met een advies dat ook voor hedendaagse lezers relevant is: goed luisteren, ook ‘als U met eigen gevoelens in conflict dreigt te geraken.’
Zichtbaarheid
Aan het einde van de jaren 60 werd homoseksualiteit onder invloed van de seksuele revolutie meer zichtbaar in de Nederlandse samenleving. Zichtbaarheid is echter iets anders dan acceptatie, zoals ook uit het bovenstaande verhaal blijkt.
In 1969 vond ruim de helft van de volwassen Nederlanders dat ‘men homoseksuelen zoveel mogelijk vrij moet laten om te leven op hun eigen manier’, aldus een publieksenquête van Margriet. Ter vergelijking: tegenwoordig is ruim 90 procent van de volwassen Nederlanders het met deze stelling eens.
De uitkomsten van het onderzoek uit 1969 – in boekvorm verschenen onder de titel Sex in Nederland – maakten ook duidelijk dat een derde van de respondenten homoseksuelen juist beperkingen wilde opleggen. De rest wist niet wat ze ervan moest denken. Homoseksualiteit was op dat moment strafbaar, pas 2 jaar later verdween het definitief uit het Nederlandse Wetboek van Strafrecht.
Vervolging
Hoe zat het in vroeger tijden? Aan het begin van de 18e eeuw ontstonden er openbare ontmoetingsplekken voor sodomieten, zoals mannen die seks hadden met andere mannen in die periode door tijdgenoten werden genoemd. Zij ontmoetten elkaar in zogenaamde lolhuizen: herbergen en cafés waar mannen samenkwamen voor gezelligheid en seksueel contact. Voorzichtig ontstond er een eigen subcultuur.
Het begrip sodomie werd gebruikt voor alle seksualiteit die afweek van de norm, maar het ging in de praktijk meestal over seks tussen mannen. De term kwam van de Bijbelse stad Sodom waar alles gebeurde wat God verboden had. Sodomie werd indertijd door de meeste mensen als tegennatuurlijk en onwenselijk gezien: een gevaar voor de samenleving en de goede zeden.
We weten niet goed hoe de sodomieten naar zichzelf keken. Er zijn geen egodocumenten, zoals dagboeken, van hen bewaard gebleven (voor zover ze hebben bestaan). We moeten afgaan op wat anderen over hen schreven en op getuigenissen uit gerechtelijke verhoren.
In 1730 besloot men in Utrecht, waar diverse lolhuizen waren gevestigd, namelijk over te gaan tot vervolging van sodomieten. Daarna kwamen ook in andere steden sodomieprocessen op gang. De vervolgingen richtten zich vooral op mannen: seksuele contacten tussen vrouwen waren (nog) minder zichtbaar in de samenleving.
Tussen 1730 en 1811 vonden er zo’n 800 sodomiezaken plaats in Nederland die tot 200 doodvonnissen en honderden verbanningen leidden. Verdachten ondergingen vaak gruwelijke martelingen om hen te dwingen tot bekentenissen en het noemen van namen van andere sodomieten. De openbare executies, die bedoeld waren als afschrikmiddel, trokken veel bekijks.
In 1803 vond in Schiedam de laatste executie van een sodomiet plaats. In de KB-collectie kun je diverse bronnen over deze processen vinden, zoals Schouw-tooneel soo der geëxecuteerde als ingedaagde over de verfoeielijke misdaad van sodomie tot waarschouwinge den goede, en afschrik der booze geopent in de voornaemste steeden van Hollandt en Over-yssel.
In 1809 verviel de doodstraf op sodomie en in 1811 kwam er een (voorlopig) einde aan de vermelding van sodomie in het Wetboek van Strafrecht. Het maatschappelijke taboe op niet-heteroseksuele contacten bleef echter bestaan. De overheid greep het verbod op openbare schending van de eerbaarheid aan om homoseksuelen op te pakken. De meeste veroordeelden werden naar heropvoedingskampen of inrichtingen gestuurd.
Aangeboren of aangeleerd?
Aan het einde van de 19e eeuw ontstonden in wetenschappelijke kringen discussies over homoseksualiteit, destijds vaak uranisme genoemd. Artsen, psychiaters, juristen en criminologen bogen zich over vragen als: is homoseksualiteit aangeleerd of aangeboren en in hoeverre moeten we toestaan dat uranisten uiting geven aan hun seksuele verlangens? De mannelijke, heteroseksuele blik was daarbij leidend.
Veel wetenschappers waren het erover eens dat homoseksualiteit zowel aangeboren als aangeleerd kon zijn. Bij de eerste categorie zouden vooral erfelijke gebreken en krankzinnigheid een rol spelen, bij de tweede groep zocht men de oorzaken meer in overmatige zelfbevrediging, wellust en een verkeerde opvoeding.
Homoseksuelen werden gezien als vrouwelijke mannen en lesbiennes als mannelijke vrouwen. Sommige wetenschappers rekenden hen tot een ‘derde sekse’. Ook Nederlandse wetenschappers, zoals arts Lucien von Römer en criminoloog Arnold Aletrino, namen begin 20e eeuw deel aan deze debatten.
Eerste belangenorganisatie
De jurist jonkheer Jacob Schorer mengde zich eveneens in het debat. Hij schreef diverse brochures om de onwetendheid over homoseksualiteit en de juridische achterstelling van homoseksuelen aan de kaak te stellen, zoals Tweeërlei maat (1910) en Wat iedereen behoort te weten omtrent uranisme (1912).
In 1912 richtte hij de eerste belangenorganisatie voor homoseksuelen in Nederland op: het Nederlandsch Wetenschappelijk Humanitair Komitee (NWHK). Von Römer en Aletrino waren hier ook bij betrokken. Via het NWHK probeerde men homoseksuelen met elkaar in contact te brengen en negatieve, discriminerende ideeën over homoseksualiteit te weerleggen.
Een directe aanleiding voor het oprichten van het NWHK was artikel 248bis dat in 1911 zijn intrede deed in het Wetboek van Strafrecht. Het wetsartikel stelde seksuele contacten met een minderjarige van hetzelfde geslacht (jonger dan 21) strafbaar, terwijl de leeftijdsgrens voor heteroseksueel verkeer 16 jaar was. Op basis van 248bis werden in de decennia daarna duizenden mannen en tientallen vrouwen wegens (vermeende) overtreding van het artikel gearresteerd en in vele gevallen veroordeeld.
Vrouwelijk perspectief
In de tussentijd verschenen er meer publicaties uit de eigen gemeenschap, waarbij er ook aandacht kwam voor seksuele relaties tussen vrouwen.
Eerste homotijdschriften
Ondertussen verschenen ook de eerste tijdschriften voor en door homoseksuelen. Zo kwam in maart 1940 de eerste aflevering van Levensrecht uit. Het aan het NWHK verbonden blad bevatte onder meer artikelen over wetenschappelijk onderzoek naar en maatschappelijke discussies over homoseksualiteit. Na de Duitse inval werd het NWHK opgeheven en de uitgave van Levensrecht gestaakt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kregen homoseksuelen opnieuw te maken met vervolging.
In 1946 werd de publicatie van Levensrecht hervat. Er ontstond een idee om met alle lezers samen te komen op zogenoemde lezerscontactavonden. Uit die avonden ontstond de Shakespeare Club, die culturele evenementen organiseerde en bemiddelde bij hulpverlening.
Na de bevrijding was de maatschappelijke houding tegenover homoseksuelen niet veranderd. De overheid werkte de Shakespeare Club op alle fronten tegen. In 1948 ontving het tijdschrift een negatief oordeel van de Commissie van Advies voor de Pornobestrijding. Door het schandaal dat hierop volgde werd het blad in februari 1948 stopgezet.
De Shakespeareclub – vanaf 1949 Cultuur- en Ontspannings Centrum (COC) geheten – publiceerde tussen 1946 en 1964 nog een aantal andere homotijdschriften, respectievelijk Maandbericht, Mededelingenblad en Vriendschap. Deze tijdschriften waren op leden gericht. De vereniging trad behoedzaam op om niet opnieuw de aandacht van de overheid te trekken.
Verandering
Anna Blaman (een pseudoniem van Johanna Petronella Vrugt) bracht in 1948 Eenzaam avontuur uit. Het boek over ontrouw, lesbische liefde en erotiek was zo omstreden dat de vrouwelijke auteur door een aantal mannelijke collega’s voor een ‘boektribunaal’ werd gedaagd. Zij moest haar ‘vulgaire’ roman maar eens komen verdedigen. Blaman bedankte voor de eer.
Collega-auteur Albert Helman – die de rol van aanklager in het schijnproces vervulde – wenste de schrijfster in zijn slotpleidooi ‘een spoedige genezing van haar ziekte’ en een ‘plezierige ontmoeting met een welgeschapen tandarts’ toe. Dat de personages in haar werk zich niet schaamden voor hun seksuele identiteit was volgens critici misschien nog wel het ergste.
Eenzaam avontuur werd genomineerd voor de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, maar de jury sloeg daarbij zo’n aanmatigende toon aan dat Blaman de prijs weigerde. Toen het stadsbestuur van Amsterdam de roman in 1950 bekroonde met de literaire prijs van de gemeente kon De Volkskrant het niet nalaten om het boek ‘een gruwelijke aanslag op de goede smaak’ en ‘een vies geval’ te noemen.
Hoe lastig het was om in deze periode af te wijken van de heteroseksuele norm, blijkt bijvoorbeeld ook uit de dagboeken van journalist Willem Oltmans (1400 delen die allemaal in het bezit zijn van de KB).
Hierin beschreef Oltmans – die in 1960 uit de kast kwam – onder meer hoe hij in zijn jonge jaren worstelde met zijn ontluikende homoseksualiteit. Oltmans noteerde niet alleen zijn ontmoetingen met wereldleiders, maar ook zijn amoureuze contacten. De dagboeken geven daardoor een goed beeld van de homoscene in die dagen, zowel in Nederland als in diverse andere landen.
Lesbisch feminisme
In de jaren 70 ontstond onder invloed van de tweede feministische golf het lesbisch feminisme, een activistische stroming die vrouwen aanmoedigde om hun vrouw-zijn los van de door mannen vastgestelde normen te bekijken en zich in hun activiteiten en seksuele contacten op andere vrouwen te richten. Er ontstonden lesbisch-feministische uitgeverijen, zoals De Bonte Was en de Feministische Uitgeverij Sara.
Een veelgelezen klassieker uit deze periode is Anja Meulenbelt haar autobiografische boek De schaamte voorbij (1976). Daarin beschreef zij haar persoonlijke ontwikkeling van een jong en onzeker meisje dat zich opgesloten voelt in een ongelukkig huwelijk naar een feministische, politiek bewuste vrouw die zowel relaties met mannen als vrouwen heeft en haar kind alleen opvoedt. De schaamte voorbij werd een bestseller, ook buiten activistische kringen. Het boek verscheen voor veel vrouwen op het juiste moment en kwam symbool te staan voor de tweede feministische golf in Nederland.
Transseksualiteit
In dezelfde periode kwam er ook enige aandacht voor de verhalen van transpersonen.
21e eeuw
Ook het internet is belangrijk geweest voor de emancipatie van de LHBTIQ+-gemeenschap in Nederland. Daarom heeft de KB tussen 2018 en 2022 een speciale webcollectie rond dit onderwerp opgebouwd.
In deze collectie vind je bijvoorbeeld websites met informatie over de LHBTIQ+-cultuur, maar ook bronnen die laten zien met welke vormen van discriminatie en uitsluiting deze gemeenschap tot op de dag van vandaag te maken heeft. Als je lid bent van de KB, kun je deze webcollectie bekijken in de leeszaal van de KB. De collectiebeschrijving is voor iedereen te downloaden.
Er blijven natuurlijk ook boeken uit en over de LHBTIQ+-gemeenschap verschijnen, waarbij er de laatste jaren meer ruimte is voor groepen die in het verleden weinig werden gehoord. Zo tekende Eveline van de Putte in Nieuwe namen (2018) de levensverhalen van transgender ouderen op.
In 2011 verscheen Meisje van Mars van Anna Woltz en Vicky Janssen, een van de weinige Nederlandse ‘young adult’-boeken met een transgender jongere in de hoofdrol. Een aantal jaar later kwam het eerste Nederlandse transgenderprentenboek Het lammetje dat een varken is (2017) van Pim Lammers en Milja Praagman uit.
Ook verschijnen er langzaam meer boeken voor queer ouders en hun kinderen, zoals Lance en Lot zoeken zich rot (2016) van Linda de Haan, het verhaal van twee ridders die graag samen een kindje zouden willen en Het ritme van Ramses (2022) van Femke van Oorsouw en D'Avellonne van Dijk, over een jongetje met 2 moeders.
Tot slot
Het is onmogelijk om hier alle publicaties uit en over de LHBTIQ+-gemeenschap in Nederland te noemen. Je kunt nog veel meer relevante titels in de KB-collectie vinden, waaronder (vertaalde) buitenlandse publicaties en verschillende overzichtswerken die de sociale en literaire geschiedenis van (groepen uit) de LHBTIQ+-gemeenschap behandelen.
Doordat seksualiteit die afweek van de heteroseksuele norm lange tijd als tegennatuurlijk werd beschouwd en strafbaar was, zijn helaas niet alle perspectieven opgeschreven en/of bewaard gebleven.
Zo is er nauwelijks aandacht voor interseksualiteit en aseksualiteit in (bewaard gebleven) bronnen van voor de 21e eeuw. De KB probeert hiaten in de collectie, waar mogelijk, met terugwerkende kracht op te vullen. Om efficiënt om te gaan met middelen, stemt de KB de vorming van haar collectie zo goed mogelijk af met andere erfgoedinstellingen om in gezamenlijkheid zorg te dragen voor ‘de nationale collectie’.
Verder lezen?
- De rol van literatuur in de LHBTI+-emancipatie
- IHLIA-themadossiers over LHBTIQ-gerelateerde onderwerpen, zoals geschiedenis en discriminatie en inclusie
- De geschiedenis van wetsartikel 248bis
- Homoseksualiteit in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog
- Andere tijden: Het begin van aids in Nederland
- Hedendaagse acceptatie van LHBT in Nederland in cijfers