Bibliotheken krijgen 74 miljoen euro om met nog meer scholen en kinderdagverblijven te gaan samenwerken. Dat maakten demissionair minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs Mariëlle Paul en demissionair staatssecretaris van Media en Cultuur Gunay Uslu 30 oktober bekend. Het geld moet ervoor zorgen dat kinderen en jongeren meer gaan lezen.
Dankzij dit geld kunnen de komende 3 jaar 1.800 kinderdagverblijven en scholen in het primair onderwijs, het vmbo, het praktijkonderwijs en het beroepsonderwijs voor het eerst gaan samenwerken met de bibliotheek. Dit gebeurt via de programma’s BoekStart en de Bibliotheek op school. Daarnaast kunnen ruim 6.000 kinderopvanglocaties en scholen hun bestaande samenwerking met de lokale bibliotheek verder uitbouwen.
Leesconsulenten
Met het geld krijgen scholen en kinderopvanglocaties (extra) ondersteuning van leesconsulenten. Deze deskundigen helpen leerlingen bijvoorbeeld bij het uitzoeken van een boek dat bij hen past. Ook helpen zij bij het organiseren van leesactiviteiten. Ze adviseren daarnaast scholen over wat er nodig is om leerlingen sneller een boek te laten pakken. Ook kunnen ze helpen als een school een leesplan wil opstellen of een bibliotheekcollectie wil opbouwen of uitbreiden. Scholen die dit het hardste nodig hebben krijgen extra ondersteuning. Denk aan scholen die relatief veel leerlingen hebben met een risico op leerachterstanden.
Masterplan basisvaardigheden
BoekStart en de Bibliotheek op school zijn onderdelen van het Masterplan basisvaardigheden. In dit plan is er veel aandacht voor de samenwerking tussen scholen en bibliotheken. Stichting Lezen en de KB zijn samen verantwoordelijk voor deze onderdelen. Stichting Lezen zal het geld de komende jaren verdelen over de bibliotheken die meedoen aan BoekStart en de Bibliotheek op school.
Gerlien van Dalen, directeur-bestuurder van Stichting Lezen en voorzitter van de Leescoalitie: “We zijn zeer verheugd dat nu nog meer scholen en kinderopvanginstellingen aangesloten kunnen worden op de Bibliotheek op school en BoekStart, en dat voor al bestaande locaties de continuïteit de komende jaren gewaarborgd wordt. Daarmee geven we de leesbevordering opnieuw een forse impuls.”