Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders
Wat is het doel van het project Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders? En wat is de rol van de KB binnen dit project? Met dit project ontvangen openbare bibliotheken geld en kennis om laagtaalvaardige ouders/verzorgers beter te kunnen helpen. De KB werkt hierin samen met bibliotheken en de Provinciale Ondersteuningsinstellingen (POI’s).
Wat houdt het project in?
Laagtaalvaardig betekent dat je taalniveau niet hoger is dan van kinderen uit de hoogste klas van de basisschool. Voor kinderen van laagtaalvaardige ouders/verzorgers gaat de taalontwikkeling vaak ook langzamer. De KB, gemeenten en bibliotheken werken samen om dit probleem binnen gezinnen aan te pakken. Dat heet de gezinsaanpak. Binnen de gezinsaanpak helpt het project Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders bibliotheken om nog betere hulp te kunnen bieden aan laagtaalvaardige ouders. Ze krijgen hiervoor van 1 januari 2021 tot 1 juli 2022 extra geld en kennis.
Hoe werkt het project Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders?
De stichting Samenwerkende POI’s Nederland (SPN) heeft gekeken welke bestaande manieren er zijn om de taalvaardigheden van laagtaalvaardige ouders te verbeteren. De 8 programma’s die het beste resultaat opleverden zijn uitgewerkt in een stappenplan. De bibliotheken kiezen hieruit 1 programma dat past bij hun andere activiteiten en bij de situatie in hun werkgebied. De 8 programma’s zijn:
- bereiken en ondersteunen van gezinnen met digitale hulpmiddelen
- Voorleestraject+
- Ouder en kind in de bibliotheek
- ouderbijeenkomsten op school
- aansluiten bij een oudercomponent van een VVE-programma of in de kinderopvang
- BoekStartcoach Thuis
- gezinsaanpak in de wijk
- integrale gezinsaanpak in de bibliotheek
Wat is de rol van de KB bij het project Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders?
De KB biedt de bibliotheken ondersteuning bij de uitvoering van het project Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders. Dit doen we door trainingen aan te bieden en bijeenkomsten te organiseren waarin kennis gedeeld wordt over het helpen van laagtaalvaardige ouders.
Hulp aan zowel ouders als kinderen
Veel bibliotheken hebben al programma’s om kinderen met een taalachterstand beter te leren lezen en schrijven. Wanneer hun ouders de kans krijgen hun eigen taalniveau te verbeteren, helpt dat ook voor de taalontwikkeling van het kind. Met het project Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders willen we bibliotheken daarom helpen om een bredere aanpak aan te bieden, die behalve het kind ook de ouder helpt.
Patroon van laaggeletterdheid doorbreken
Ouders spelen een belangrijke rol bij de taalontwikkeling van hun kinderen. Als ouders zelf moeite hebben met taal, lopen hun kinderen een grotere kans taalproblemen te krijgen. Zo ontstaat een patroon waarin laaggeletterdheid telkens wordt doorgegeven aan de volgende generatie. De gezinsaanpak heeft als doel dit patroon te doorbreken. Dat gebeurt door ouders te helpen om thuis meer met taal bezig te zijn. Zo krijgen kinderen een betere kans om hun taal te ontwikkelen. Het project Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders helpt hierbij.
Samenwerkingspartners in de gezinsaanpak
Voor het project Kwaliteitsimpuls Laagtaalvaardige Ouders werken we samen met de Provinciale Ondersteuningsinstellingen (POI’s) en de lokale openbare bibliotheken. Daarnaast werken we samen met Stichting Lezen en Schrijven en Stichting Lezen binnen het gerelateerde project Gemeentelijke Gezinsaanpak.